Schadebestrijding

ganzenschade

Kosten en baten van schadesoorten voor de landbouw

Om inzicht te krijgen in de kosten en baten van wilde dieren die schade veroorzaken in de landbouw, zijn er enquêtes gehouden onder agrariërs. Uit dit onderzoek blijkt dat de totale faunaschade in de landbouw wordt geschat op €96 mln per jaar. Ongeveer 23% daarvan wordt vergoed door de overheid. De grootste schade wordt veroorzaakt door niet-beschermde, vrijgestelde soorten: €35 mln. Een groot deel van de totale schade, ca. €74 mln, wordt niet vergoed. Ganzen zijn verantwoordelijk voor 76% van de schade.

Faunaschade in Limburg

Er is sprake van belangrijke schade wanneer het inkomstenverlies meer dan € 250,- bedraagt. Schade veroorzaakt door dieren kan zich in verschillende vormen en mate manifesteren. Zo kan er sprake zijn van belangrijke schade aan gewassen, bossen of wateren, kan de volksgezondheid in het geding zijn of het luchtverkeer, of kan er schade aan overige fauna worden aangericht.

Voor al deze belangen en meer is er in sommige gevallen de mogelijkheid om af te wijken van enkele verboden genoemd in de Wet natuurbescherming. Het gaat dan onder andere om het verbod om dieren te mogen doden, te vangen of opzettelijk te verontrusten.

Belangrijke voorwaarden daarbij zijn dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat en dat er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige instandhouding van de (beschermde) soort. Het afwijken van enkele van dit soort verboden kan via een vrijstelling, een aanwijzing of, in de meeste gevallen, een ontheffing.

Als dieren schade veroorzaken of er dreigt schade te ontstaan is het voor de grondgebruiker belangrijk te weten wat gedaan kan worden om deze schade te voorkomen en/of te beperken.

Onder faunaschade wordt verstaan de schade die diersoorten kunnen veroorzaken aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren en flora- en fauna.

In principe is ieder dier door de Wet natuurbescherming (Wn) beschermd en is het verboden om dieren door afschot te verjagen.

Jacht, beheer en schadebestrijding is geregeld in de Wet natuurbescherming en de daaraan gerelateerde Algemene Maatregelen van Bestuur( Besluit natuur en Regeling natuur). Het “nee, tenzij” beginsel is in de Wet natuurbescherming in hoofdzaak vertaald in verbodsbepalingen. Bijvoorbeeld verstoren, verontrusten, vangen en doden van dieren is als verbod bepaald. Om deze in beginsel verboden handelingen te kunnen verrichten zijn bepalingen voor vrijstelling, aanwijzing en ontheffing opgenomen in de artikelen 3.15 , 3,16, 3,17 en 3,18 Wn. Artikel 3.15 (vrijstelling), 3.17 (aanwijzing) en 3.16 (ontheffing) betreffen activiteiten die direct invloed hebben op soorten zoals verstoren en doden van dieren.

Er zijn voor een aantal diersoorten die landelijk zijn vrijgesteld Besluit natuur art 3.1 (Kraai, kauw, houtduif, konijn, vos en Canada gans) omdat ze in het gehele land belangrijke schade veroorzaken aan zowel landbouwgewassen en Fauna dit kan ook indien zij alleen op het niveau van een provincie belangrijke schade veroorzaken ( provinciaal vrijgestelde diersoorten) ontheffingen verleend, waardoor het mogelijk is om verjaging door afschot toe te passen. De soorten waarvoor de provincies nu al een ontheffing aan de Faunabeheereenheden hebben afgegeven, zie hiervoor de sites van de Faunabeheereenheden in Nederland

Dat een aantal diersoorten zijn vrijgesteld of aangewezen betekent dat veel minder of geen administratieve handelingen verricht hoeven te worden om de schade te bestrijden of te voorkomen. dit geldt ook voor het beheer van deze diersoorten. Dit geldt niet voor de diersoorten waarvoor een ontheffing wordt afgegeven door de Faunabeheereenheid en de provincie.

Doet zich door deze soorten schade of dreigende schade voor, dan kunt u bij de Faunabeheereenheid een aanvraag indienen om gemachtigd te worden om gebruik te maken van een bepaalde ontheffing. Als er zich schade voordoet voor een andere soort dan deze vermelde soorten, dan kan een aanvraag voor ontheffing ingediend worden bij de Faunabeheereenheid.

 

Wat wordt er van de grondgebruikers verwacht?

Dieren kunnen schade veroorzaken in de agrarische sector. De grondgebruiker is zelf verantwoordelijk om potentiële schadesituaties en dreigende schade te onderkennen en om deze schade te voorkomen en te beperken middels het nemen van preventieve maatregelen.

In veel gevallen is het nemen van dergelijkemaatregelen alleen niet voldoende om de schade adequaat te bestrijden en is ook verjaging met ondersteunend afschot noodzakelijk. De grondgebruiker zal hiertoe de hulp inroepen van de jachthouder.

Op een aantal exoten, verwilderde diersoorten en onbeschermde soorten na, zijn alle schadeveroorzakende diersoorten beschermd onder de Wet natuurbescherming. Voor een beperkt aantal van deze schadesoorten gelden vrijstellingen voor afschot of doden om schade te beperken. Voor veel andere soorten mag dit alleen plaatsvinden op basis van een ontheffing. Dergelijke ontheffingen worden veelal door de provincie op voorhand verleend aan de faunabeheereenheid op basis van een faunabeheerplan. De grondgebruiker kan bij de faunabeheereenheid een machtiging voor het gebruik van een dergelijke ontheffing aanvragen. Op basis van deze machtiging kan de grondgebruiker de jachthouder schriftelijk toestemming geven om zijn schade te bestrijden cq. te voorkomen.

De provincie (BIJ-12) Unit Faunafonds

De unit Faunafonds houdt zich bezig met wettelijke taken op het gebied van faunaschade door beschermde inheemse diersoorten. In de praktijk betekent dit dat het Faunafonds een kennis- en adviescentrum is voor faunaschade. Het Faunafonds reikt handvatten aan om faunaschade te voorkomen en te bestrijden. Als dat niet (meer) mogelijk is, kunnen agrariërs in bepaalde gevallen bij het Faunafonds terecht voor een tegemoetkoming in de schade.

Waarvoor kan je bij het Faunafonds terecht?

Het Faunafonds is er voor agrarische ondernemers, burgers, provincies en het ministerie van Economische Zaken.

Waarom bestaat het Faunafonds?

Het Faunafonds is adviseur en uitvoerder van wettelijke taken op het gebied van faunaschade, praktijkgericht en wetenschappelijk onderzoek, voorlichting en preventie. Deze taken zijn vastgelegd in de Wet natuurbescherming, die 1 januari 2017 in werking is getreden. Het Faunafonds werkt voor burgers, agrarische ondernemers, provincies en het ministerie van Economische Zaken.

Direct contact opnemen Unit Faunafonds:

  • T: 085 – 486 22 22
  • F: 085 – 486 22 33
  • E-mail: info@bij12.nl

Deze voorwaarden staan beschreven in de beleidsregels van het Faunafonds en de bijbehorende toelichting’.

Indien een grondgebruiker in aanmerking wil komen voor een tegemoetkoming van het Faunafonds dienen in veel gevallen (preventieve) maatregelen te worden getroffen om de schade te voorkomen en/of beperken. De vereiste maatregelen kunnen afhankelijk zijn van gewas, diersoort, periode en gebiedsstatus. Zie de handreiking Faunaschade is meer informatie hierover te vinden.

Wat te doen als schade te verwachten is?

In bepaalde gebieden treedt elk jaar weer schade op. Voor maatregelen om jaarlijks terugkerende schade te voorkomen is over het algemeen door de Faunabeheereenheid (FBE) op basis van het faunabeheerplan al een ontheffing aangevraagd. De FBE kan grondgebruikers op aanvraag machtigen om van de ontheffing gebruik te maken. Als u grote kans loopt op schade is het verstandig om elk jaar op voorhand de machtiging bij de FBE aan te vragen. Als er dan schade optreedt of dreigt kunnen direct maatregelen worden getroffen. Tevens kunt u op voorhand preventieve middelen inzetten (preventie van faunaschade).

Het kan overigens zijn dat de provincie voor bepaalde handelingen vrijstelling heeft verleend. De provincie of FBE kan u hierover meer informatie verstrekken.

Tegemoetkoming faunaschade

Het Faunafonds kan onder voorwaarden een tegemoetkoming verlenen in de schade veroorzaakt door natuurlijk in het wild levende beschermde inheemse diersoorten aan bedrijfsmatig geteelde landbouwgewassen of gehouden landbouwhuisdieren. Deze voorwaarden staan beschreven in de ‘Beleidsregels faunaschade’. Een tegemoetkoming vraagt u aan door een aanvraag in te dienen via de website www.faunaschade.nl.

De volgende onderwerpen uit de beleidsregels zijn verder toegelicht:

Indien u in aanmerking wilt komen voor een tegemoetkoming van het Faunafonds dienen in veel gevallen (preventieve) maatregelen te worden getroffen om de schade te voorkomen en te beperken. De vereiste maatregelen staan genoemd in de beleidsregels en kunnen afhankelijk zijn van gewas, diersoort, periode en gebiedsstatus.

Wat te doen als schade te verwachten is?

Op voorhand kunt u preventieve middelen inzetten om schade te voorkomen.  Meer informatie hierover is te vinden in de Faunaschade Preventiekit (FPK).

Om maatregelen te kunnen treffen om jaarlijks terugkerende schade te voorkomen, is over het algemeen door de Faunabeheereenheid (FBE) op basis van het faunabeheerplan al een ontheffing aangevraagd. De FBE kan grondgebruikers, jagers en WBE’s op aanvraag machtigen om van de ontheffing gebruik te maken. Als u grote kans loopt op schade is het verstandig om elk jaar op voorhand de machtiging bij de FBE aan te vragen. Als er dan schade optreedt of dreigt op te treden kunnen direct maatregelen worden getroffen. Het kan overigens zijn dat uw provincie voor bepaalde verboden uit de Wet natuurbescherming vrijstelling heeft verleend. De FBE kan u hierover meer informatie verstrekken.

Wat te doen bij onverwachte schade?

Het kan ook zijn dat u te maken krijgt met onverwachte (dreigende) schade. U zult dan waarschijnlijk nog geen machtiging bij de FBE hebben aangevraagd.

Neem bij dreigende of optredende schade direct contact op met de FBE. Vraag een machtiging aan voor eventuele ontheffing die al aan de FBE is verleend. Als er door de provincie nog geen ontheffing op voorhand is verleend aan de FBE voor de betreffende diersoort, vraag deze dan direct zelf aan bij de provincie. Neem dezelfde dag nog preventieve maatregelen (voor zover die zijn toegestaan zonder ontheffing). Ontvangt u een machtiging via de FBE of een ontheffing van de provincie, neem dan meteen ook de maatregelen die volgens de ontheffing zijn toegestaan.

Tegemoetkoming in schade

Als er ondanks preventieve maatregelen toch nog schade van enige omvang optreedt, kunt u een aanvraag om een tegemoetkoming in de schade indienen bij het Faunafonds. De aanvraag dient binnen zeven werkdagen na constatering van de schade van enige omvang bij het Faunafonds binnen te zijn.

De taxateur volgt de schade vanaf het moment dat deze de aanvraag ontvangt tot aan het moment dat de oogst gepland staat. Vlak vóór de geplande oogst wordt de schade afgetaxeerd. De taxateur stelt een taxatierapport op en verzendt het naar het Faunafonds. Het Faunafonds controleert vervolgens of het dossier direct kan worden beoordeeld. Het komt soms voor dat er aanvullende informatie nodig is om een dossier compleet te maken. Het Faunafonds streeft ernaar om binnen tien weken na ontvangst van het taxatierapport een besluit te nemen en – indien van toepassing – de tegemoetkoming over te maken.

Faunaschade PreventieKit (FPK)

In de Faunaschade Preventiekits vindt u een overzicht van preventieve maatregelen om gewasschade door beschermde inheemse diersoorten te voorkomen en beperken. De Faunaschade Preventiekits zijn bedoeld voor grondgebruikers in de agrarische sector. De preventiekits geven een overzicht van de preventieve maatregelen per soortgroep en de daarbij eventueel geldende richtlijnen vanuit het Faunafonds. Ook ziet u voor een groot aantal gewassen wanneer de schadeperiode kan optreden. Mocht er ondanks de preventieve maatregelen toch schade optreden dan vindt u in de preventiekit hoe u aanspraak kunt maken op een eventuele tegemoetkoming in de schade bij het Faunafonds.

De preventiekits zijn opgesteld voor:

Voor bovenstaande diersoorten/-groepen vervangt de Faunaschade Preventiekit de Handreiking Faunaschade. Maatregelen voor andere soortgroepen en de daarbij eventueel geldende richtlijnen vanuit het Faunafonds zijn te vinden in de Handreiking Faunaschade 2009.

Onderaan de pagina van elke Faunaschade Preventiekit is de informatie als module uit te printen.

Heeft u vragen? Neem dan tijdig contact op met het Faunafonds via het algemene telefoonnummer van BIJ12: 085 – 486 22 22 of infofaunafonds@bij12.nl.

Print Friendly, PDF & Email

Reacties zijn gesloten.