Wildhygiëne en de cursus Wildhygiëne

“Jagers  worden nu aangemerkt als primair Levensmiddelenproducent”

Al het wild vlees moet vanaf 1 januari 2008 worden gekeurd indien het voor de lokale handel is bestemd. In Nederland wordt al het vlees dat via de handel uiteindelijk bij een consument op het bord beland eerst gekeurd.
Dit is altijd één uitzondering geweest.

Onder wild vlees wordt niet begrepen, wild dat door de mens gehouden wordt, zoals bijvoorbeeld gekweekte edelherten. Daar gelden weer andere regels voor. Dus alleen wild wat conform de Flora- en Faunawet is bemachtigd in de vrije wildbaan.

De wijzing betreft de voorschriften die gelden voor de levering van wild dat in kleine hoeveelheden op de lokale markt wordt afgezet. Vanaf deze datum mag geen wild meer in de handel komen zonder een eerste keuring door een Gekwalificeerd Persoon (GP).

In Nederland ziet de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) toe op de keuring van vlees en dus ook van wild. Het gaat hier dus om voedselveiligheid, volksgezondheid en bescherming van de mens. Eén van de belangrijkste voorwaarden is om te kunnen traceren waar het voedsel vandaan komt, en waar het heen gaat. Alle risico’s moeten worden uitgesloten. Het hele hygiënepakket wordt gevormd door de algemene en specifieke hygiëne-eisen en de controle daarop.

De jager is nu de eerste beoordelaar van het wild en dus de primaire schakel in het proces dat leidt tot in de handel brengen van een gekwalificeerd levensmiddel. De Gekwalificeerd Persoon (GP)heeft voor deze keuring een speciale cursus gevolgd.
Een keuring door een GP was al verplicht bij de handel tussen EU-lidstaten. Voortaan vervult hij deze taak ook voor wild dat voor de lokale markt is bestemd. Het gaat dan om het wild dat een jager aan de lokale markt verkoopt (direct aan een plaatselijk restaurant of poelier).

Niet elke jager hoeft daarom persé een GP zijn. Dit mag ook een medejager zijn die in uw gezelschap heeft gejaagd of iemand bij u in de buurt. Wild voor eigen gebruik hoeft niet door een GP te worden beoordeeld. Hetzelfde geldt voor  het wild dat na het einde van de jachtdag wordt verdeeld onder de drijvers en jagers.

Wetgeving:

In de volgende wetten en richtlijnen is te vinden welke eisen er aan wild worden gesteld en op basis waarvan de VWA haar controlerende taken uitvoert: EU-richtlijn 91/495/EEG en 92/45/EEG; flora- en faunawet; diverse besluiten en regelingen over keuring, productie en handel in vlees.

Cursus Wildhygiëne:

Een GP moet straks de eerste keuring verrichten. Er is een speciale cursus ontwikkeld die daartoe jagers moet opleiden Cursus Wildhygiëne Stichting Jachtopleiding Nederland  (SJN heeft in samenwerking met de overheid, de Nederlandse Bond van Poeliers en Wildhandelaren (NBPW) en de Vereniging van Groothandelaren in Wild het afgelopen jaar een cursus ontwikkeld voor de opleiding  tot GP. Deze cursus, is naar aanleiding van de nieuwe Europese Levensmiddelenwetgeving  ontwikkeld.
Dat de cursus wordt verzorgd door de SJN heeft te maken met de keuze van  het Min.vanL.N.V. (Juridische Zaken en de afdeling Voedselkwaliteit en Diergezondheid) en de NVWA, aangezien de jachtopleiding ook reeds door deze Stichting wordt verzorgd.
De cursus Wildhygiëne bestaat uit twee theorie-avonden. Het bijwonen van deze twee avonden is verplicht. Als cursist ontvangt u een in heldere taal geschreven cursusboek met duidelijke illustraties in kleur. Het boek is ook goed te gebruiken als naslagwerk. Na de pauze op de tweede avond wordt er een schriftelijk examen afgenomen volgens het meerkeuzesysteem. Bent u geslaagd, dan mag u zich “gekwalificeerd persoon” noemen. Aan de geslaagden zal het Certificaat Gekwalificeerd Persoon worden toegezonden.

In deze cursus komen aan bod:
–        de nieuwe Europese- en Nederlandse wetgeving,
–        het hoe en waarom van vleesrijping,
–        hygiëne,
–        ontweiden,
–        koeling,
–        organen,
–        het nemen van een trichinenmonster bij wilde zwijnen en
–        de beoordeling van de organen op eventuele afwijkingen.
Na het succesvol voltooien van de cursus, mag de jager zich een GP noemen. Hij verricht het zogenoemde eerste onderzoek, waarbij het wild wordt onderzocht op eventuele afwijkingen.

Voor meer informatie over deze cursus Wildhygiëne of evt inschrijving kunt u contact opnemen met de  Stichting Jachtopleidingen Nederland
Postbus 1642
3800 BP Amersfoort
Telefoon 033 – 463 16 14
E-mail: info@jachtopleiding.com

De meest voor de hand liggende logische oplossing zou kunnen zijn, indien binnen een Wbe een jager/poelier ook als GP zou kunnen functioneren. Dit zal voor veel jagers kostenbesparend zijn, indien het echt nodig is.

Locaties, de SJN organiseert de cursus Wildhygiëne op verschillende locaties, deze staan op haar site aangegeven.

Kosten cursus Wildhygiëne

  • Het deelnamegeld bedraagt € 170,– inclusief 19 % b.t.w.
  • Het deelnamegeld bedraagt voor KNJV leden met kortingprijs €  135,– incl 19% b.t.w.

Wilde zwijnen

Vanaf 1 januari 2008 moet ieder wild zwijn dat wordt verkocht of wordt weggegeven op Trichinella worden onderzocht. Alleen een gekwalificeerd persoon mag het monster nemen. Voor het gehele trichinenmonstername-traject is een aparte instructie opgesteld.

Kleinwild

Ook hier beoordeelt de jager het dier voor het schot en vult hij zijn bevindingen in op de ‘Verklaring’. Daarna moet de gekwalificeerde persoon het wild op normaal/abnormaal beoordelen. Dit onderzoek kan per partij kleinwild plaatsvinden, mits afkomstig uit hetzelfde gebied en op dezelfde dag geschoten. Ook hier geldt dat wanneer de jager een abnormaliteit waarneemt (bijv. een mager dier) en het wild toch wil verkopen, dit eerst moet worden overgedragen aan de NVWA voor nadere keuring.

Gekwalificeerd persoon

Niet iedere jager hoeft te worden opgeleid tot gekwalificeerd persoon. Maar het wild moet, wil men het in de handel brengen, wel door een gekwalificeerd persoon onderzocht worden. Dit kan ook een gekwalificeerde jager binnen het jachtgezelschap zijn of een gekwalificeerde jager die in de buurt woont en bereid is om het onderzoek te doen. Indien een poelier tevens jager is, kan ook hij gekwalificeerd persoon worden en het onderzoek uitvoeren.

Buitenland

Het Hygiënepakket is een Europese aangelegenheid. In ieder EG-land gelden nu regels met betrekking tot het uitvoeren van onderzoek door een gekwalificeerd persoon. Ieder land heeft ook zijn eigen opleiding. Deze opleidingen worden (nog) niet door de andere landen erkend. Het wild moet in het land zelf door een aldaar tot gekwalificeerd persoon opgeleide jager worden beoordeeld.

Jagers primaire levensmiddelenproducenten

Waarom al dit gedoe, zult u zich wellicht afvragen. Welnu, jagers staan aan het begin van de keten van een product dat uiteindelijk wordt gegeten. De jager is dus een primaire levensmiddelenproducent. De voedselveiligheid naar de eindconsument wordt nu beter gewaarborgd. Evenals bij andere levensmiddelen kan worden nagegaan waar het wild vandaan komt.

Grofwild

Het onderzoek bestaat in feite uit twee stappen. Allereerst beoordeelt de jager het levende dier voor het schot. Ook moet de jager tijdens het ontweiden letten op afwijkingen.

  1. De jager vult de voorkant van de ‘Verklaring Eerste Onderzoek’ in.
  2. Ten tweede onderzoekt de gekwalificeerde persoon de organen en vult de achterkant van de Verklaring in.

Als in beide gevallen geen abnormaliteiten zijn waargenomen die van invloed kunnen zijn op de volksgezondheid, kan het dier geleverd worden aan zowel de horeca en de poelier als aan EG-erkende wildbewerkingsbedrijven zonder dat de organen meegeleverd hoeven te worden. De uniek genummerde Verklaring moet aan het dier worden bevestigd. In verband met de traceerbaarheid zal de jager bij moeten houden wanneer en aan wie hij het wild heeft verkocht. De poelier, de detailhandel en het restaurant houden ook bij van wie zij het wild hebben gekocht. Als de jager en/of de gekwalificeerde persoon abnormaliteiten hebben vastgesteld en de jager het wild wil verkopen, dan moet het officieel worden gekeurd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De jager kan er gezien de ontwikkelingen rondom de Afrikaanse Varkenspest niet meer voor kiezen om het dier in het veld achter te laten hij dient altijd ter destructie aan te bieden.

Protocol gevonden dood wild zwijn

Vanuit het Ministerie is een protocol “Dood gevonden Wild zwijn” opgesteld in het kader van de preventie en vroegtijdige opsporing van Afrikaanse Varkenspest (AVP) bij Wilde Zwijnen, zie link Protocol gevonden wild zwijn kadaver versie juli 2019.

Trichinella onderzoek

Vanaf 1 januari 2008 zal  ieder karkas van elk geslacht varken, wild zwijn en paard moet worden onderzocht op Trichinella, die zijn bestemd voor de locale reguliere en Europese handel of dat wordt verkocht of weggegeven aan particulieren, om te vermijden dat consumenten geïnfecteerd worden is bij wet geregeld.

Alleen een GP mag het monster nemen. Voor het gehele trichinemonsternametraject is een aparte instructie opgesteld.

Trichinella is een parasitaire worm. Als mensen vlees eten dat met trichinella is besmet, kan dat tot ernstige ziekteverschijnselen leiden. De gekwalificeerde persoon laat daarvoor een vleesmonster onderzoeken in het NVWA laboratorium Regio Oost of in één van dependances daarvan, die onder de verantwoordelijkheid van het NVWA laboratorium Regio Oost vallen.

Gelet op het nieuwe artikel 9b van de Regeling vleeskeuring specifieke voorschriften voor bemonstering van karkassen van wilde zwijnen en het onderzoek van deze monsters op trichinella. Voor de monstername en het onderzoek wordt aangesloten bij de regels die Verordening (EG) nr. 2075/20054 ten aanzien van trichinella stelt.

In deze regeling is tevens de verplichting tot het onderzoek op trichinella van karkassen van wilde zwijnen die bestemd zijn voor de locale handel geïntroduceerd. De gekwalificeerde jager neemt tijdens het eerste onderzoek een monster dat op trichinella onderzocht wordt. Hierbij vult de gekwalificeerde jager een formulier in. Tevens maakt de gekwalificeerde jager een administratieve koppeling waardoor het monster en het karkas aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Indien de uitslag van het onderzoek negatief is gebleken, mag het karkas van het wilde zwijn geleverd worden. Hierbij dient een kopie van de uitslag of een vergelijkbaar elektronisch bewijs meegeleverd te worden.

De uitslag van het onderzoek dient ten minste drie jaar bewaard te worden door de aanbieder van het monster. Met het invullen van het formulier, het meeleveren van de kopie en de bewaarplicht zijn tezamen 10 minuten gemoeid

De geschoten wilde zwijnen mogen slechts geleverd worden wanneer de uitslag van het onderzoek negatief gebleken is. Bij de levering wordt een bewijs van de negatieve uitslag van het onderzoek overgelegd in de vorm van een kopie van de uitslag. Dit kan tevens geschieden door een gelijkwaardig elektronisch bewijs van de uitslag.

Indien de uitslag van het onderzoek positief is gebleken, biedt de gekwalificeerde jager de betreffende karkassen ter destructie aan zodat deze niet voor consumptie gebruikt wordt

In Limburg wordt dit bij elk geschoten wild zwijn standaard uitgevoerd, door de zwartwildcoördinatoren, die ook al voor deze cursus zijn opgeleid, deze zijn door de provincie is aangesteld, dit is hier een verplichting, die als voorwaarde is opgenomen in de ontheffing aan de FBE LIMBURG.

Het onderzoek van het wild bestaat in principe uit twee stappen;

  1. De jager beoordeelt indien mogelijk het levende dier voor het schot.
  2. Tijdens het ontweiden let de jager vervolgens op eventuele afwijkingen van de organen en ingewanden.

Navolgende handelingen

  • De jager vult de voorkant van de ‘Verklaring 1e onderzoek grof vrij wild’ in.

Is de jager zelf geen GP, dan wordt deze vervolgens ingeschakeld.

  • De gekwalificeerde persoon onderzoekt de organen en vult de achterkant van de Verklaring in. Let wel op dat bij alle grofwild  zonder de bijbehorende ingewanden (m.u.v. maag/darmen) de GP het eerste onderzoek niet naar behoren kan uitvoeren en er dus geen uitspraak over kan doen. Gevolg is dat dit wild uitsluitend voor eigen gebruik kan worden bestemd.  Als in beide gevallen geen bijzondere afwijkingen zijn waargenomen, die van invloed kunnen zijn op de volksgezondheid, kan het dier geleverd worden aan zowel de horeca, de poelier als EG-erkende wildverwerkingsbedrijven, zonder dat de organen meegeleverd hoeven te worden.

De unieke, genummerde Verklaring moet aan het dier worden bevestigd.

In verband met de traceerbaarheid zal de jager bij moeten houden wanneer en aan wie hij het wild heeft verkocht. zie hiervoor het Wildtraceerformulier dat door de Wbe is opgesteld en wat moet kunnen tonen op eerste verzoek van de NVWA.

De poelier, de detailhandel en het restaurant houden bij van wie zij het wild hebben gekocht.  Als de jager al in het veld direct bij het inspecteren van het stuk wild of bij het ontweiden bijzondere afwijkingen waarneemt, kan hij er voor kiezen om het officieel te laten keuren door de NVWA of in het veld achter te laten of ter destructie aan te bieden.

Indien de gekwalificeerde persoon hierna bijzondere afwijkingen heeft vastgesteld, dan kan hij voorstellen aan de jager om het officieel af te voeren ter destructie of dier terug naar het veld te brengen en het daar achter te laten of te begraven.

Ook niet EU-erkende poeliers mogen het wild (met bijbehorende organen) onbeoordeeld accepteren indien zij als verzamelplaats fungeren., waarna de keuring bij het EU-erkende bestemmingsbedrijf kan worden verzorgd door de NVWA. Dit is een keus die de poelier zelf mag maken. De kosten voor keuring zijn dan voor hem.

Valwild, uitsluitend verkeersslachtoffers mag met een GP-verklaring in de lokale  markt worden gebracht, het mag niet in het EU-verkeer terechtkomen.

Kleinwild

Ook hier bestaat de beoordeling indien mogelijk uit 2 stappen;

  1. de jager beoordeelt het dier na het schot of er geen bijzondere afwijkingen zijn,bijvoorbeeld mager, slechte beharing of ruw in de veren Tijdens het evt. ontweiden van het kleinwild let de jager vervolgens op eventuele afwijkingen van de organen en ingewanden en vult hij zijn bevindingen in op de ‘Verklaring 1e onderzoek kleinwild’.  
  2. De GP vult nadien het 2e deel van de verklaring in voor het kleinwild.

Formulieren Wildhygiëne

Klein wild: verklaring 1e onderzoek kleinwild door Jager verklaring onderzoek kleinwild door gekwalificeerd persoon

Grof wild: verklaring 1e onderzoek grofwild door jager verklaring onderzoek grofwild door gekwalificeerd persoon

Trichinenonderzoek: geleidebiljet-trichinenmonsters-wilde-zwijnen-v_4 NVWA 

Administratie Gekwalificeerd persoon, dit kan gewoon een tabel zijn opgemaakt in Word of Excel met daarin opgenomen; (deze dienen minimaal 3 jaar bewaard te blijven)

Kleinwild diersoort Nr Verklaring 1e onderzoek Verkoopdatum Verkocht aan: Naam |Vrltr |Adres | Woonplaats  Evt. Opmerkingen
         
         
Grofwild Nr Verklaring 1e onderzoek Diersoort Wildmerknr. (indien van toepassing) Verkoop datum Verkocht aan; Naam |Vrltr |adres | Woonplaats Zegel nummer  Trichine-monster  (alleen bij wild zwijn)
             
             

De informatie voor de traceerbaarheid van het verstrekte/ontvangen/gedistribueerd wild moet zo lang bewaard worden, totdat redelijker wijs aangenomen kan worden dat het wild geheel verbruikt is

Wetgeving;

  1. Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 11 december 2007, TRCJZ/2007/3930, houdende wijziging van de Regeling vleeskeuring en de Regeling erkenning en aanwijzing veterinaire laboratoria
  2. Levensmiddelenhygiëne, vervat in Richtlijn 93/43/EEG
  3.  Verordening (EG) nr. 178/2002
Print Friendly, PDF & Email

Reacties zijn gesloten.