Zweethonden

FriedlZweethonden beschikken over een uitzonderlijk reukvermogen. Ze worden ook wel brakken genoemd en veel rassen zijn afkomstig uit Frankrijk. De specialiteit van een zweethond is het opsporen van aangeschoten wild, dit kan gedaan worden door het bloedspoor van de prooi, ook wel zweetdruppels genoemd.

Zweethonden kunnen ook ingezet worden wanneer dieren gewond raken door bijvoorbeeld het verkeer zon 6000 per jaar, maar ook tijdens de beheerjacht. Heel vaak zijn de dieren op slag dood, maar lang niet altijd. Regelmatig gebeurt het dat het gewonde dier nog kilometers ver weg vlucht. Als het onfortuinlijke dier niet wordt opgespoord kan het soms nog dagenlang op een ellendige manier creperen. Zweethonden Nederland zet zich in om deze dieren uit hun lijden te verlossen met behulp van zweethonden.

Een nazoekteam bestaat uit een zweethond met een geleider. Een van de manieren om dit te doen is door de uitgifte van een Zweethondenlijst. Alle zweethondenteams op de zweethondenlijst zijn gecertificeerd en hebben daarvoor verschillende examens afgelegd. Daarnaast hebben zowel de hond als de geleider hun kwaliteiten bewezen in de praktijk.

Hannoverscher Schweisshundherr Peter_small

De Hannoveraanse Schweiszhund ( of Hannoveraanse Zweethond, Hannoverscher Schweiszhund, Leithund, Leihond ) behoort tot de rassengroep van de Drijvende Honden of Zweethonden en komt, zoals de naam duidelijk laat vermoeden, uit Hannover, Hoog Saxen in Duitsland. Zware Speurhonden werden gekruist met lichtere Keltische honden en dit resulteerde in de Hannoversche Schweiszhund. Het ras werd, net als zijn voorouders, voornamelijk gebruikt voor het jagen in een meute. Hij wordt vooral aangewend voor de jacht op hert of wild zwijn. Zij begonnen de jacht en na hen werden de kleinere honden op het wild losgelaten. Het zijn erg onvervaarde, zeer zelfverzekerde en wantrouwende honden ten opzichte van vreemden. Vaak hebben ze ook een grove en stugge bovenvacht. De honden zijn gemiddeld 36 cm hoog. Deze honden worden tegenwoordig vooral gebruikt als Speurhonden, en worden geprezen vanwege hun reukvaste neus. De Hannoveraan, die laag op zijn benen staat en nogal aan de zware kant is, in wezen een middelgrote hond, die er gezet uitziet. De Hannoveraan ligt aan de oorsprong van de lichtere Beierse Bergzweethond. Het is een echte full prof zweethond. Ze hebben een zeer goede neus en zijn spoorvast. Ook is het doorzettingsvermogen van deze honden erg goed en is het uithoudingsvermogen groot.

Bayerischer GebirgsschweisshundBay-gebirgshund.

De Beierse Bergspeurhond ( of Bayerischer Gebirgsschweisshund, Beierse Bergzweethond, Bavarian Schweisshund ) behoort tot de rassengroep van de Drijvende Honden of Zweethonden, en is de hedendaagse begeleider van de beroepsjager en boswachter in de bergen van Beieren en Oostenrijk. De jacht op roodwild en gems in de bergen verlangde goede Zweethonden. Destijds had de Hannoveraan met zijn goede neus en rustige karakter een goede naam. Zo kwam deze ook in de bergen van Beieren en Oostenrijk terecht. Voor dit terrein bleek de Hannoveraan echter te zwaar. Men kruiste de Hannoveraanse Zweethond met de rode Bergbrakken en daaruit ontstond de lichtere Gebirgsschweisshund. Deze hond is korter en lichter dan zijn soortgenoten. Hoewel zijn kleiner uiterlijk, heeft hij het uithoudingsvermogen en doorzettingsvermogen van een veel grotere jager. Voor een bloedhond is hij relatief licht, maar hij bezit een indrukwekkend spierenstelsel. Hij heeft een voortreffelijke neus en een krachtig jachtinstinct.

Alpenländische DachsbrackeDachs zweethund

De Alpenländische Dachsbracke (of Alpenlandse Dasbrak, Basset Pointer, Alpine Dachsbracke) behoort tot de rassengroep van de Drijvende Honden of Zweethonden en is een echte authentieke Oostenrijker. Oostenrijk had, net als de Europese buurlanden ( zie Duitsland, met de Westfaalse Dasbrak ), een grotere Dachsbracke nodig, voor het achtervolgen van herten, konijnen en vossen. Deze hond moest robuust en gedreven zijn om de omstandigheden van de hoog gelegen Alpen te kunnen weerstaan. De Alpine Dachsbracke is een speurhond die de koud-spoor jachtmethode beoefent. Hij jaagt op haas, vos, wild zwijn; hij apporteert gevogelte en spoort gewond wild op. De zadeltas van zijn baas puilt vaak uit van het wild dat hij gevangen heeft. Deze veelzijdige, multi-functionele hond werd uitsluitend uit binnenlandse Dachsbracken ontwikkeld. Het is een geharde, stevig gebouwde Hound met korte, rechte benen. Deze flinke, koppige en beweeglijke hond heeft een groot uithoudingsvermogen, vechtlust, een goede stem en een zeer goed reukvermogen. Hij jaagt niet in meutes.

Steirische ruwharige Braksteirische_rauhhaarbracke

Herkomst: Carl Peintinger is begonnen dit ras te fokken door de Hannover’scher Schweisshund te kruisen met de ruwharige Istrische Brak. De laatste vanwege zijn jachtkwaliteiten en voorkomen. Met de beste puppies uit het nest is daarna selectief verder gefokt.

Algemeen voorkomen: Middelmatig grote hond, goed bespierd.

Uitdrukking serieus, maar niet sluw.

Schofthoogte: reuen 47-53 cm. teven 45-51 cm.

Vacht: Vacht moet ruw, dicht en vol zijn, zonder glans. Het haar op het hoofd is korter dan op het lichaam. Daardoor vormt zich garnituur rond de snuit (snor)

Gebruik: Een gepassioneerde, harde jachthond met een mooie luide stem die ook in het zwaarste bergterrein het wild kan volgen. Goed in staat te brakkeren op haas en vos, maar door zijn scherpte ook geschikt voor de jacht op zwartwild.

Gezondheid: Er zijn geen rasspecifieke afwijkingen bekend.

Aard: Rustig en aanhankelijk. In het werk echter onvermoeibaar. Mag beslist niet agressief of angstig zijn. Niet echt geschikt als huishond. Moet echt kunnen werken met een jager.

Bijzonderheden: Fokdieren moeten de aanlegtest en gebruiksproef met goed gevolg hebben afgelegd. Hij moet schotvast en verdedigingsschep zijn.

Print Friendly, PDF & Email

Reacties zijn gesloten.