‘Houding ten aanzien van vestiging wolf is beperkt afgenomen’
Geplaatst: 28/01/2021
In een peiling van Motivaction onder 2014 Nederlanders die tussen 26 oktober en 3 november 2020 werd gehouden geeft 54% van de respondenten aan positief te staan ten opzichte van de hervestiging van de wolf in Nederland. In een vergelijkbaar onderzoek dat in januari 2020 werd gehouden lag dat aandeel op 57%. Van de respondenten is 76% van mening dat wolven geen bedreiging vormen voor mensen. Verder geeft 68% aan dat hun mening niet is veranderd sinds er meer wolven voorkomen in Nederland en er meer aanvallen van wolven op schapen plaatsvinden. Van de ondervraagden geeft 17% aan dat zij negatiever over wolven zijn gaan denken, 8% is juist positiever over wolven gaan denken.
Op basis van de resultaten van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan ten aanzien van de communicatie over de verantwoordelijkheidsverdeling voor het wolvendossier en verbetering van de voorlichting over het eetgedrag van wolven. De provincies en het Rijk nemen deze aanbevelingen ter harte en zullen hier in nauwe samenwerking verder aan werken, meldt minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer. Meer informatie is te vinden in de onderzoeksrapportage 1-Meting Maatschappelijk draagvlak voor de hervestiging van de wolf in Nederland van Motivaction
bron: Ministerie van LNV, 25/01/2021
In 2020 zijn minder wilde zwijnen geschoten in Nederland
Geplaatst: 28/01/2021
In 2020 zijn in heel Nederland ongeveer 6.000 wilde zwijnen geschoten. Dat zijn er minder dan in 2019 en het aantal dat door provincies werd beoogd. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de coronamaatregelen, stelt minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in een brief aan de Tweede Kamer in antwoord op vragen van de Partij voor de Dieren.
In Nederland vindt alleen in de provincie Gelderland, Limburg, Noord-Brabant en Overijssel beheer van wilde zwijnen plaats via jacht. In Gelderland werden vorig jaar circa 4.200 wilde zwijnen afgeschoten, in Limburg circa 900, in Noord-Brabant 771 en in Overijssel 52. De cijfers liggen 5 tot 10% lager dan in 2019.
bron: Ministerie van LNV, 22/01/2021
Nieuwsbrief 1e kwartaal 2021 Faunabeheereenheid Limburg
Wijziging FBE bezetting
Er heeft een wijziging binnen het secretariaat van de FBE plaatsgevonden. Lisette de Hoop heeft een andere baan gevonden en heeft daarom per 1 januari jl. haar contract bij de FBE Limburg opgezegd nadat ze twee jaar lang heeft meegeschreven aan het nieuwe faunabeheerplan 2020-2026.
Op 1 april a.s. zal Sanne Hoevens in dienst treden in de functie van algemeen projectmedewerker ter ondersteuning van het FBE Limburg secretariaat.
Faunabeheerplannen 2020-2026
Het nieuwe faunabeheerplan 2020-2026 is in december jl. door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Achter de schermen wordt er door de provincie hard gewerkt aan het opstellen van nieuwe ontheffingen voor de komende 6 jaren gebaseerd op het nieuwe faunabeheerplan. Deze zullen uiterlijk 1 april a.s. of wanneer deze op een later tijdstip geldig zijn beschikbaar worden gesteld.
Exoten Ganzendag
Op zaterdag 20 februari a.s. zal door de FBE de Exoten Ganzendag worden georganiseerd, om te komen tot een verlaging van zowel het aantal Nijlganzen als Canadaganzen in Limburg voordat het broedseizoen aanvangt. Deze actie is een uitvoeringsactie van het reguliere faunabeheerplan waarbij de streefaantallen voor ongewenste ganzen zo laag mogelijk zijn.
Wij verzoeken iedere WBE om aan het eind van deze bestrijdingsdag de resultaten in FRS te registreren. Het is van belang dat u de datum van 20 februari kiest tijdens het registreren van de afschotgegevens, zodat wij daarna exact weten wat de reductie van deze diersoorten die dag is geweest.
Avondklok
Op 26 januari jl. is onderstaand kader betreffende het faunabeheer tijdens de avondklok gedeeld door LNV, graag dit aan uw achterban doorgeven.
Voor dit moment is er enkel noodzaak gezien voor het beheer van Wilde Zwijnen en de afhandeling van valwild.
Beheer van andere soorten tussen 21:00 uur en 4:30 uur is vooralsnog uitgesloten.
Afschot van andere dieren dan Wild zwijn (bijvoorbeeld Vos predatorenbeheer) kan dus alleen vóór 21:00 uur, of ná 4:30 uur.
Hieronder de officiële informatie, en de locatie waar de formulieren kunnen worden gevonden:
Jagers kunnen zelf een werkgeversverklaring invullen voor het uitvoeren van noodzakelijk wildbeheer
In de regeling avondklok (art 5 lid 2) is rekening gehouden met noodzakelijke beroepsmatige werkzaamheden door een persoon die zelfstandige is of een persoon zonder werkgever. In dat geval, zegt de regeling, dient die persoon zelf de werkgeversverklaring te tekenen. Jagers die noodzakelijk wildbeheer uitvoeren kunnen dus zelf een werkgeversverklaring invullen. Deze geeft hun dan de mogelijkheid om de noodzakelijke werkzaamheden ook tijdens de avondklokuren uit te voeren.
De werkgeversverklaring bereikt u via de volgende link: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid–19/documenten/formulieren/2021/01/21/formulier–werkgeversverklaring-avondklok.
Uitsluitend het beheer van wilde zwijnen wordt op dit moment noodzakelijk geacht
Het ministerie en de provincies benadrukken het belang van het voortzetten van het beheer van wilde zwijnen in de avond en nacht om de aantallen te reduceren en zodoende de kans van introductie van Afrikaanse varkenspest zo klein mogelijk te maken. Ook het afhandelen van door een aanrijding gewond geraakt wild (valwild) wordt als een noodzakelijkheid gezien. Voor andere vormen van wildbeheer die tijdens de uren van avondklok plaatsvinden wordt geen uitzondering gemaakt. In het geval dat de avondklok ook na 9 februari 2021 zal blijven gelden, zal dit opnieuw bekeken worden.
Ontheffingen
Een aantal ontheffingen zijn inmiddels per 1 januari jl. beschikbaar gesteld.
Dit betreft de volgende ontheffingen:
Wild zwijn basis ontheffing als Algemene Machtiging
Vos predatorenbeheer als algemene Machtiging, bestaande uit:
Weidevogel
Hamster
Patrijs
Diverse Ganzenontheffingen:
Grauwe gans Ruim Maasplassenregio als Algemene Machtiging
Grauwe gans Koppelvormers als Algemene Machtiging (beschikbaar vanaf 1 februari 2021)
Grauwe gans Beperkt als Perceelsgebonden Machtiging
Brandgans Beperkt als Perceelsgebonden Machtiging
De overige vigerende ontheffingen werden vanaf 1 januari jl. met de besluitbrief van de provincie verlengd tot 1 april 2021, of eerder als de nieuwe ontheffingen gereed zijn.
Wij zullen u hierover t.z.t. informeren.
Overzicht ganzenbeheerontheffingen Limburg o.b.v. het nieuwe FBP
Overzicht ganzenbeheerontheffingen Limburg o.b.v. het nieuwe Fauna Beheer Plan Limburg
Beperkte ontheffing Brandgans voor geheel Limburg:
Geldig vanaf 1 november t/m 14 maart
Ruime ontheffing Kolgans voor geheel Limburg:
Geldig vanaf 15 maart t/m 31 oktober
Alle ruime ontheffingen staan als Algemene Machtigingen in FRS en de beperkte ontheffingen als Perceelsgebonden Machtigingen.
Kaartindeling ganzenbeheergebieden:
Rapportages
Wij adviseren afschot direct te registreren, minimaal op jachtveldniveau, maar het liefst op de plek waar het afschot is gepleegd. Formeel is er binnen Limburg de verplichting voor het registreren van afschot van de wildsoorten binnen 1 maand na sluiting jachtseizoen, en voor de vrijstelling 1x per kwartaal. Voor al het overig afschot dat via ontheffingen geschiedt geldt de verplichting deze uiterlijk in de maand januari te registreren over de periode van het voorafgaande kalenderjaar of binnen één maand na beëindiging van een ontheffing.
Waarnemingen zoogdieren
Graag willen wij u eraan herinneren dat waarnemingen van zoogdieren gedurende het gehele jaar in FRS kunnen worden geregistreerd via het telplan ‘Waarnemingen zoogdieren 2021’ (een uitleg voor het registreren hiervan staat als bijlage in het telplan). Hier kunnen waarnemingen binnen uw WBE worden geregistreerd van de volgende diersoorten: Beverrat, Muskusrat, Verwilderde Kat, Muntjak, Amerikaanse nerts, Wasbeer en Wasbeerhond. Indien mogelijk zouden wij graag bewijsmateriaal willen ontvangen, zoals bijvoorbeeld foto’s.
Monitoring
Op 27 maart a.s. zal de landelijke voorjaarstelling worden georganiseerd. Alle WBE’s worden hierover tijdig geïnformeerd.
Kalender
vóór 31 januari Rapportage ontheffingen, vrijstellingen en aanwijzing 2020 in FRS
15 februari Carnavalsmaandag FBE kantoor gesloten
20 februari Exotendag (achteraf registratie afschot in FRS)
vóór 28 februari Rapportage wildsoorten
maart/april Reewildtelling
27 maart Voorjaarstelling
5 april 2e Paasdag FBE kantoor gesloten
vóór 7 april Registratie reewildtelling in FRS
27 april Koningsdag FBE kantoor gesloten
vóór 1 mei Registratie voorjaarstelling in FRS
5 mei Bevrijdingsdag FBE kantoor gesloten
LNV-Jagers kunnen zelf een werkgeversverklaring invullen voor het uitvoeren van noodzakelijk wildbeheer-wild zwijn
Jagers kunnen zelf een werkgeververklaring invullen voor het uitvoeren van noodzakelijk wildbeheer
Uitsluitend het beheer van wilde zwijnen wordt op dit moment noodzakelijk geacht
Het ministerie en de provincies benadrukken het belang van het voortzetten van het beheer van wilde zwijnen in de avond en nacht om de aantallen te reduceren en zodoende de kans van introductie van Afrikaanse varkenspest zo klein mogelijk te maken. Ook het afhandelen van door een aanrijding gewond geraakt wild (valwild) wordt als een noodzakelijkheid gezien. Voor andere vormen van wildbeheer die tijdens de uren van avondklok plaatsvinden wordt geen uitzondering gemaakt. In het geval dat de avondklok ook na 9 februari 2021 zal blijven gelden, zal dit opnieuw bekeken worden
Winterrustgebieden voor ganzen in Limburg komen te vervallen
In het faunabeheerplan 2015-2020 van de Faunabeheereenheid Limburg is vastgelegd dat in winterrustgebieden geen ontheffingen verleend worden om beschermde ganzensoorten te doden in de periode van 1 november tot 14 mei. In het nieuwe faunabeheerplan, dat is goedgekeurd door de provincie Limburg, komen deze winterrustgebieden te vervallen.
De winterrustgebieden voor ganzen in de Maasplassenregio komen te vervallen. Dat betekent dat nu gedurende het hele jaar de ‘Ruime machtiging populatiereductie grauwe gans’ kan worden ingezet. Buiten die regio zijn nieuwe beperkte ontheffingen beschikbaar, waarmee afschot van grauwe ganzen en brandganzen tussen 1 november en 14 mei ook in de voormalige rustgebieden mogelijk wordt.
Met de beschikbare nieuwe ontheffing krijgt de grondgebruiker meer mogelijkheden om schade te voorkomen. Omdat de goedkeuring van het faunabeheerplan midden in de winterperiode valt, gaan er deze winter nog geen nieuwe regels voor boeren met grond in de rustgebieden gelden om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming.Ze hoeven géén werende middelen te plaatsen om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen.
Een tegemoetkoming kan een grondgebruiker aanvragen bij BIJ12 Faunazaken.
Minder wilde zwijnen geschoten in Limburg van wege coronamaatregelen.
De Faunabeheereenheid Limburg geeft aan dat het aantal afgeschoten wilde zwijnen in Limburg sinds de zomer sterk is gedaald. Waarschijnlijk is de redenen hiervan dat door de corona-maatregelen de horeca gesloten is en er minder jagers op pad gaan, omdat ze de geschoten wilde zwijnen niet meer kwijt kunnen.
Doordat er nu veel meer de natuurgebieden bezocht worden door wandelaars vaak met honden, die vanwege corona meer recreëren in eigen land.
De wilde zwijnen, die graag rust hebben, zich meer terugtrekken in de dicht begroeide bos gedeelten en mede door het geweldige mastjaar van eiken- en beukennoten, zij ook weinig hoeven te doen om aan voldoende voedsel te komen en zich ook minder verplaatsen en dan ook minder zichtbaar worden voor de jagers.
Daling Van augustus tot medio november dit jaar is het aantal afgeschoten zwijnen met zo’n 65 procent gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dat gaat om enkele honderden zwijnen. Normaal worden er in Limburg per jaar zo’n duizend tot 1200 wilde zwijnen afgeschoten. Nu zal dat niet boven de 900 uitkomen, is de verwachting.
Effect Dat kan volgens Faunabeheereenheid Limburg leiden tot schade en grotere verkeersonveiligheid. “Al zien we het aantal ongelukken met zwijnen niet explosief stijgen, maar dat kan ook weer komen omdat er, met name eerder dit jaar, veel minder verkeer is”, zegt Alfred Melissen van Faunabeheereenheid Limburg. “We weten dus gewoon nog niet precies wat het effect van corona is. Maar dat er minder jagers op pad gaan lijkt me logisch.”
Daarnaast kunnen meer varkens ook voor meer natuurschade zorgen. “Ze tasten gewassen aan bijvoorbeeld”, zegt Melissen. “Die schade bedraagt zo’n 80.000 tot 120.000 euro per jaar en kan gaan oplopen.”
Goudjakhals doodde schapen in Ooijpolder
DNA-onderzoek wijst uit dat de dode schapen in de Ooijpolder bij Nijmegen het slachtoffer zijn van een goudjakhals. Voor Nederland is de goudjakhals een relatief nieuwe soort. Pas 3 keer eerder is een goudjakhals in Nederland aangetoond, waarvan 2 keer op de Veluwe. Dit is de eerste keer dat er een aanval op schapen is gedaan door een goudjakhals. Provincie Gelderland vergoedt de schade.
De goudjakhals is sinds 29 oktober niet meer gezien in de Ooijpolder en mogelijk doorgetrokken. Onderzoekers van de Zoogdiervereniging doen in dit gebied aanvullend veldonderzoek. De goudjakhals is in 2016 en 2017 voor het eerst waargenomen op de Veluwe. Ook is een goudjakhals in 2019 langs een cameraval in Drenthe gelopen.
In de Ooijpolder is in eerste instantie DNA-onderzoek gedaan in opdracht van de provincie omdat er mogelijk sprake was van wolvenschade. Daarbij is er rekening mee gehouden dat het om een goudjakhals zou kunnen gaan. Die was eerder dit najaar dichtbij de grens in Duitsland waargenomen.
De goudjakhals is een Europees beschermde soort die op eigen kracht zijn verspreidingsgebied uitbreidt. In Nederland is het een nieuwe soort, waarvoor de wet nog moet worden aangepast. Dit betekent ook dat er geen landelijke schaderegeling is. Provincie Gelderland vindt dat schapenhouders hier niet de dupe van mogen zijn en vergoedt de schade. Dat doet de provincie totdat er landelijk meer duidelijkheid is over hoe om te gaan met de goudjakhals.
bron: Provincie Gelderland, 13/11/2020
Nieuwsbrief 4e kwartaal Faunabeheereenheid Limburg
Werksituatie FBE
Sinds de uitbraak van COVID-19 volgen wij als FBE de RIVM maatregelen. Daarom werken wij sinds maart jl. al zoveel mogelijk vanuit huis en vergaderen wij bij voorkeur online. Zoals gewoonlijk zijn wij per mail bereikbaar en wij schakelen de telefoon zo vaak mogelijk door. Echter doordat Lisette en Angelique parttime werken en er ook weer aan vergaderingen wordt deelgenomen, zijn wij niet altijd direct telefonisch bereikbaar. Wij zullen de RIVM maatregelen voor het thuiswerken blijven volgen, totdat anders wordt aangegeven. Van eventuele wijzigingen zullen wij iedereen daar uiteraard van op de hoogte brengen.
Wijziging FBE Bestuur Limburg
Er heeft een wisseling in het Bestuur van de FBE plaatsgevonden. Mevrouw Görtz van de LLTB heeft haar zetel neergelegd en dhr. Indenkleef is tijdens de Algemene Bestuursvergadering op 1 juli jl. aangetreden als nieuw bestuurslid binnen het FBE bestuur.
Faunabeheerplannen 2020-2026
Het nieuwe faunabeheerplan 2020-2026 is medio oktober ter goedkeuring naar de provincie gestuurd. 20 November zullen de faunabeheerplannen door Gedeputeerde Staten toegelicht worden aan de Provinciale Staten in een commissievergadering, hierna kan de goedkeuring volgen. Achter de schermen wordt er door de provincie al hard gewerkt aan het opstellen van alle nieuwe ontheffingen voor de komende 6 jaren gebaseerd op het nieuwe faunabeheerplan. Wij hopen deze nog eind van dit jaar te mogen ontvangen.
Monitoring
De cijfers van de Voorjaarstelling zijn inmiddels verwerkt en staan op onze website vermeld. Vanwege de Covid-19 uitbraak is er tijdens de voorjaarstelling minder geteld door de WBE’s, waardoor er geen goede vergelijking voor geheel Limburg kan worden gemaakt met voorgaande jaren.
Wilde zwijnen
Zoals al eerder aangekondigd wordt in overleg met de provincie en de Jagersvereniging getracht het wegvallen van de diensten van Cor Kouters op te vangen.
-1- Voor het melden en onderzoeken van verdachte geschoten dieren en dood-gevonden dieren zonder duidelijke doodsoorzaak zal op korte termijn vanuit het Ministerie iemand worden aangesteld. Zodra hier meer over bekend is zullen wij dat direct aan u doorgeven.
-2- Voor het identificeren van de dieren zijn inmiddels vanuit de FBE Limburg naar iedere WBE doosjes met wildmerken voor Wild zwijn gestuurd, zodat deze in het karkas kunnen worden aangebracht bij dieren die in de voedselketen worden gebracht. Het wildmerknummer kan vermeld worden op de GP verklaring en het Trichinen formulier. Die WBE’s die tot op heden nog geen afschot hadden hebben nu alvast 10 stuks op voorhand gekregen voor de toekomst. Deze merken zijn in FRS niet gebonden aan jachtveld, WBE of Beheerjaar, dus kunnen langere tijd gebruikt worden.
-3- Wij willen u vragen deze merken aan uw leden te geven zodra ze een Wild Zwijn geschoten hebben. De WBE secretaris en/of Zwartwild coördinator dient zélf het afschot in FRS in te voeren (net zoals dat voor de Reewild-merken mogelijk was), en daarna kan de GP verklaring worden uitgedraaid. De toegezonden wildmerken zijn NIET gekoppeld aan een veld, dus ieder wildmerk kan eenmalig op elk willekeurig veld worden afgemeld via Melden > Afschot grofwild > Nieuwe afschotmelding van grofwild. Maak de registratie zo compleet mogelijk, dus vul echt alle velden in, ook aantal feuten en bijstaande dieren! Het is de bedoeling dat voor dood gevonden dieren ook een Wildmerk wordt dichtgeknepen, en dat dit nummer vermeld wordt bij de registratie in het FRS bij Valwild onder “Opmerkingen”, zodat er voor alle dieren een wildmerknummer registratie terug te vinden is.
LET OP: Het is NIET de bedoeling dat een individuele jager zelf deze wildmerken gaat afmelden in FRS, maar dat de WBE secretaris en/of WBE zwartwild coördinator dit doet. Dit om er zeker van te zijn dat in FRS echt ALLE velden goed zijn ingevuld, en ook omdat per Wild Zwijn er nog enkele aanvullende gegevens aan de FBE gestuurd moeten worden om de registratie sluitend te houden. In FRS kunnen namelijk een aantal zaken NIET vastgelegd of achteraf eruit gehaald worden, vandaar dat wij u daarom vragen om naast de registratie in FRS een aantal zaken los te noteren en die wekelijks aan ons toe te zenden, waarna wij dit gebundeld doorgeven aan de provincie.
De extra per week aan de FBE Limburg te leveren gegevens zijn: 1. Het Wildmerknummer 2. Bij gebruik van Nachtzicht: de bron van de nachtzichtapparatuur als die gebruikt is: a. Uitleen van FBE Limburg b. Subsidie SSWL van Provincie c. 100% Eigen aanschaf 3. Eigen gebruik of in de handel, Destructie / Biomassa? 4. Wel of geen bijzonderheden? Naar alle WBE’s is een Excell formulier gestuurd wat men eventueel daarvoor kan gebruiken. Ter overbrugging heeft de FBE Limburg de tussenliggende periode in FRS ingevoerd aan de hand van de ontvangen overzichten afschot Wild Zwijn. Vanaf nu alleen nog de ontbrekende gegevens 1x per week aan de FBE Limburg toesturen, waarna wij zorgen voor de verplichte rapportage aan de Provincie.
-4- Voor het trichinen onderzoek zijn inmiddels 4 inleverpunten in Limburg ingericht, t.w. — Inleverpunt Noord-Limburg Henk Lemmen sr. — Inleverpunt Midden-Limburg Dennis Jacobs en André Bekkers — Inleverpunt Zuid-Limburg Hubert van Loo Het is de bedoeling dat de WBE-leden die een Wild zwijn hebben geschoten en die dit in de wildhandel willen brengen, een uniek wildmerk aan het Wilde zwijn bevestigen en dat dit wildmerk ook gebruikt wordt voor de verdere administratieve verwerking van de Trichinekeuring. Belangrijk is dat er voldoende hygiëne wordt toegepast bij het inpakken van het monster dat moet bestaan uit tenminste 100 gram schoon spierweefsel zonder vet, huid of haren en een stukje weefsel van het middenrif.
De Jagersvereniging heeft op 30 oktober jl. aan alle WBE’s het nieuwe aanvraagformulier Trichine onderzoek verstuurd, waarop staat aangegeven bij wie het Wilde zwijn monsterweefsel ter keuring kan worden aangeleverd. Deze monsters worden verzameld en gekoeld bewaard tot de maandagavond 18.00 uur. In de nacht van maandag op dinsdag worden deze dan vervoerd naar de Gezondheidsdienst voor Dieren waar ze worden onderzocht. Normaliter is de volgende dag ná 16.00 uur de uitslag bekend. Deze zal zoveel mogelijk rechtstreeks naar de aanleverende jager worden gecommuniceerd om onnodig tijdverlies te voorkomen. De provincie is voornemens om de kosten van het Trichinen onderzoek en het vervoer ervan te blijven subsidiëren.
-5- Voor het afnemen van de steekproef Bloedmonsters voor het Ministerie zal op korte termijn een nieuwe persoon gezocht worden. Het is de bedoeling dat deze dan zoals Cor Kouters ook inzage krijgt in het FRS systeem, zodat hij overzicht heeft waar de steekproef monster het beste genomen kunnen worden.
Ontheffingen
De lopende ontheffingen zijn geldig t/m eind december op basis van de actuele faunabeheerplannen. Mocht de provincie de deadline van het verstrekken van de nieuwe ontheffingen vóór 31 december a.s. niet gaan halen, dan zullen wij wederom om een korte verlenging bij de provincie vragen van de huidige ontheffingen. Wij zullen t.z.t. iedereen op de hoogte gaan brengen op welke manier dit proces zal geschieden.
Kolganzen
Vanaf 1 november jl. zijn de Perceelsgebonden Machtiging Kolganzen en Grauwe gans buiten Maasplassengebied in FRS beschikbaar voor gebruik op kwetsbare gewassen.
Wilde zwijnen – Ontheffing Geluiddemper alleen voor afschot Wild zwijn
De provincie Limburg staat de geluiddemper voor op het geweer toe als middel voor afschot van diverse diersoorten, zoals voor afschot van Wilde Zwijnen. Werknemers in dienstverband kunnen vervolgens op basis van ARBO-regelingen via hun werkgever bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Justis) een ontheffing tot het voorhanden hebben van een in principe verboden wapenonderdeel aanvragen. Justis is de instantie die ontheffing kan verlenen voor het in bezit mogen hebben en inzetten van een dergelijk wapenonderdeel. Na overleg met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Justis, heeft de Faunabeheereenheid Limburg in het kader van preventie van de Afrikaanse varkenspest in Limburg voor een grote groep jagers in één keer een ontheffing gekregen van Justis tot het mogen kopen en bezitten van een geluiddemper voor het geweer ten behoeve van afschot van Wilde Zwijnen. Vervolgens hebben diverse jachthouders een verlof aangevraagd bij het Team Korpscheftaken van de politie (eenheid Limburg) tot het voorhanden mogen hebben, dragen en vervoeren van een gemarkeerde geluiddemper. Dit verlof is verleend of de verlofaanvraag is in behandeling genomen en wordt mogelijk verleend, zodat men een geluiddemper kan gaan kopen en deze mag bezitten. Tenslotte mag men deze geluiddemper op basis van de provinciale ontheffing ook inzetten voor het doden van Wilde Zwijnen in Limburg.
Om verwarring te voorkoming, willen wij erop wijzen dat men alléén bevoegd is om de geluiddemper in te zetten voor afschot van Wilde Zwijnen in Limburg. Dus niet voor beheer en schadebestrijding van andere dieren waarbij de provinciale ontheffing een geluiddemper al wel als toegestaan middel tot het doden van dieren heeft genoemd, zoals Vos of Ree. De voorwaarde dat de demper alleen via afschot Wild Zwijn mag worden gebruikt, staat genoemd in het besluit van het Ministerie van Justitie (ontheffingverlening).
Kalender
25 december 2020 t/m 1 januari 2021 FBE kantoor gesloten
Persbericht Jagersvereniging – Haas en konijn redden zich goed in landelijk gebied
Rode Lijst 2020 zoogdiersoorten slecht onderbouwd
Amersfoort, 4 november 2020 – De Jagersvereniging heeft met verbazing kennisgenomen van de nieuwe Nederlandse Rode Lijst van Zoogdiersoorten. Dat haas en konijn daarin nu als kwetsbaar worden aangemerkt komt niet overeen met de praktijk. De Jagersvereniging is van mening dat het hoog tijd is voor een onafhankelijke Autoriteit Faunagegevens.
Minister Schouten van LNV constateert dat haas en konijn in Nederland op dit moment wijdverbreid en in grote aantallen voorkomen. Ze stelt terecht dat er geen reden is om de jacht op deze wildsoorten te sluiten.
Hoe kan het dat tegelijkertijd deze soorten als ‘kwetsbaar’ op de rode lijst staan? Dit komt voornamelijk doordat de aantallen en verspreiding van deze diersoorten in 2019 worden vergeleken met de geschatte gegevens over deze soorten in 1950. Exacte cijfers uit 1950 ontbreken echter. Alleen volgens die inschatting zou bijvoorbeeld de hazenstand met 61% zijn gekrompen.
Europese Rode Lijst
Ter vergelijking: de Europese Rode Lijst voor zoogdieren kijkt veel minder ver terug. Die hanteert een periode van 10 jaar om te kijken of de stand van hazen en konijnen toe- of afneemt. Als we die regel toepassen op de Nederlandse situatie, dan zouden beide soorten niet voor de rode lijst kwalificeren. De hazenstand is de laatste 10 jaar bijvoorbeeld stabiel, zo blijkt ook uit de tel- en afschotgegevens die de Nederlandse wildbeheereenheden jaarlijks opleveren.
De provinciale overheden en de breed maatschappelijk samengestelde faunabeheereenheden baseren hun beleid mede op de tel- en afschotgegevens van de wildbeheereenheden. Wonderlijk genoeg heeft de Zoogdiervereniging er dit keer voor gekozen deze cijfers niet mee te nemen in haar recente adviesrapport voor de minister. In 2009 deed ze dat nog wel.
Nederlandse Autoriteit Faunagegevens
De Jagersvereniging vindt dat er een Nederlandse Autoriteit Faunagegevens moet worden ingesteld om de minister van LNV te voorzien van objectieve en goed onderbouwde adviezen, waarbij alle relevante informatie wordt meegenomen en waarbij realistische en internationaal erkende referentieperiodes worden gebruikt.
Gaat het overal in Nederland even goed met haas en konijn? Nee, de hazenstand wisselt per provincie en regio en de konijnen doen het op de cultuurgronden aanzienlijk beter dan in de duinen of in het Waddengebied. Moet de jacht op haas en konijn daarom verboden worden? Zeker niet, want haas en konijn komen in Nederland op dit moment wijdverbreid en in grote aantallen voor. Zij worden niet in hun voortbestaan bedreigd en de staat van instandhouding van deze soorten is niet in het geding.
Een jachthouder heeft bovendien de wettelijke plicht om te streven naar een redelijke wildstand in zijn jachtveld: als de wildstand voldoende is mag hij met mate oogsten, als de wildstand te laag is moet hij maatregelen nemen om de stand te verbeteren. Dat doen jagers ook, bijvoorbeeld door het aanleggen van wildakkers en bloemrijke akkerlanden en door het beheren van roofdieren en invasieve exoten. Het is ook in het eigen belang van de jager om niet meer te bejagen dan de stand aan kan: hij wil immers tot in lengte van jaren kunnen genieten van de rijkdom van zijn jachtveld.
Eerste geval van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen in Saksen
Voor het eerste is er in een andere Duitse deelstaat een wild zwijn ontdekt dat door varkenspest is besmet. Het besmette dier werd gevonden in de deelstaat Saksen, dat ten zuiden van de deelstaat Brandenburg en aan de Poolse grens ligt, gevonden. Dat meldt het Bondsministerie van Voedsel en Landbouw (BMEL). Friedrich-Loeffler-Instituut bevestigt positief resultaat van AVP. Hiermee komt de teller op 117 besmette zwijnen te staan. Er zijn nog geen varkens besmet. De vindplaats is in het Görlitz district, dicht bij de Tsjechische grens en op een behoorlijke afstand van meer dan 100 kilometer van de besmettingen in Brandenburg.
Het wild zwijn werd gedood tijdens een jacht en vertoonde geen symptomen van de ziekte. Het werd routinematig onderzocht op AVP. De vindplaats ligt vlakbij de Poolse grens in de Oberlausitz, district Görlitz. Sinds 2014 is er in Polen een actieve AVP-uitbraak, die zich in westelijke richting heeft verspreid en in januari waren er al gevallen van AVP in de directe omgeving van de grens met Duitsland. Het vermoeden bestaat dat het besmette wilde zwijn uit Polen komt, waarmee het belang van een goed hekwerk langs de hele grens met Polen weer duidelijker is geworden. De besmetting in een nieuwe deelstaat is een domper voor de Duitse varkenshouderijsector. Er zijn in Saksen meer dan drieduizend varkenshouders met zo’n 670.000 varkens.
Voorkomen verdere verspreiding
Net als voorheen in Brandenburg worden nu de bepalingen van de Duitse varkenspestverordening van kracht. De bevoegde autoriteit in Saksen moet nu alle nodige maatregelen nemen om te voorkomen dat de ziekte zich verder verspreidt. Dit omvat de aanwijzing van zones met speciale beschermingsmaatregelen. De BMEL staat in nauw contact met het Saksische staatsministerie van Sociale Zaken en Sociale Cohesie (SMS). Daarnaast wordt de centrale crisiseenheid voor dierziekten opnieuw bijeen geroepen met vertegenwoordigers van de federale regering en de deelstaten, onder leiding van de staatssecretaris in de BMEL, Beate Kasch.
Gecoördineerde aanpak
Op initiatief van de BMEL worden beschermende maatregelen, zoals het plaatsen van stevige hekken, medegefinancierd door de Europese Unie. Vorige week heeft de Europese Commissie Duitsland volgens BMEL uitdrukkelijk geprezen en aangemoedigd voor de tot nu toe genomen maatregelen en de gecoördineerde aanpak van de ziektebestrijding. Met de verdere gevallen van AVP die gisteren vanuit Brandenburg zijn gemeld, stijgt het totale aantal bewezen gevallen in Duitsland tot 117. De varkensstapel in Duitsland is nog steeds vrij van Afrikaanse varkenspest.
Update AVP Duitsland -Wild zwijn met varkenspest buiten kerngebied Duitsland
In de Duitse deelstaat Brandenburg is een wild zwijn, een big, met Afrikaanse varkenspest (AVP) gevonden buiten het ingestelde kerngebied. Het nieuwe besmettingsgeval is in de gemeente Friedland, ongeveer 15 kilometer ten westen van het vorige kerngebied. Dit oude kerngebied wordt fors uitgebreid en er komt een omheining om deze nieuwe zone.
Het dode wilde zwijn werd maandag gevonden, vandaag werd bekend dat het dier getroffen is door Afrikaanse varkenspest. Omdat het hier om een big gaat, is er de vrees dat de zeug en de andere frishlingen ook besmet zijn en het virus verder verspreiden, meldt Rundfunk Berlin-Brandenburg (RBB). In de omgeving wordt dan ook gezocht naar méér getroffen wilde zwijnen..
Stroomdraad moet tegenhouden
Het AVP-crisisteam van de deelstaat Brandenburg anticipeert meteen op deze nieuwe situatie. De beperkingsgebieden zijn meteen fors vergroot. Ook wordt rond die nieuwe gebieden direct een tijdelijke afrastering met schrikdraad geplaatst, dat op termijn wordt vervangen door een permanent hek. Dat laatste kost meer tijd.
Naast de big buiten het oude kerngebied, zijn vrijdag ook tien zwijnen binnen dit gebied gemeld. Daarmee komt het totaal bij onze oosterburen op 114.
Natuurcompensatie voor verbreden A2 Het Vonderen – Kerensheide
Bij de aanleg van nieuwe wegen probeert Rijkswaterstaat zo veel mogelijk rekening met de natuur. Met onder meer de aanleg van struikgewas of bos wordt natuur die verloren gaat gecompenseerd. Dat gebeurt voor het verbreden van de A2 bij Het Vonderen – Kerensheide. Waar de compensatie plaats gaat vinden stemt Rijkswaterstaat in dit geval af met de provincie Limburg.
De verbrede A2 Het Vonderen – Kerensheide wordt voorzien van landelijke elementen langs de weg, zoals bomen. Dat moet er voor zorgen dat de snelweg zoveel mogelijk onderdeel is van het landschap. Daarnaast legt Rijkswaterstaat 2 grote dierentunnels aan; Corridor Geleenbeek en dierenpassage Den Uil. Tevens werd in samenwerking met de provincie Limburg stukken grond aangekocht waar natuur wordt gecompenseerd. De 2,08 hectare natuur die moet wijken wordt gecompenseerd met 3,5 hectare nieuwe natuur.
Twee plekken worden nog deze winter ingericht. Bij het IJzeren Bos en ’t Hout tussen Nieuwstadt en Susteren wordt 2,3 hectare nieuwe natuur aangelegd. In de nieuw in te richten terreinen komt vooral bos, maar ook een overgang van gras en kruidenrijke vegetatie naar struweelvormers. De provincie zorgt ook dat het aangelegde bos duurzaam wordt beheerd.
De andere plekken, ook in Nieuwstadt en Susteren, worden later ingericht. Dat heeft te maken met de ligging nabij de Rode Beek. De provincie wil eerst samen met het waterschap en de gemeente Echt-Susteren kijken naar de totaalinrichting van de aangrenzende percelen waarin de beek stroomt, zodat de plannen goed op elkaar aansluiten.
bron: Rijkswaterstaat, 27/10/2020
Jagersvereniging wijst op toename in wildaanrijdingen
Geplaatst: 21/10/2020
De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging pleit voor het opnemen van het onderdeel ‘wettelijke verplichtingen na aanrijding met wild’ in het theorie-examen auto van CBR. Het aantal aanrijdingen met dieren in Nederland is de afgelopen jaren fors gestegen. In 2014 werden er bijna 6.000 aanrijdingen met dieren geclaimd, in 2019 waren dat er bijna 10.000. De gemiddelde schadeclaim bij de autoverzekering bedroeg 1.600 euro.
Het werkelijke aantal wildaanrijdingen ligt volgens de Jagersvereniging hoger. Niet elke aanrijding met een dier wordt bij de verzekering geclaimd en niet elke aanrijding wordt gemeld. Volgens de Jagersvereniging weten veel automobilisten niet wat ze moeten doen na een aanrijding met wild. Met een oproep aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en CBR wil de organisatie bewerkstelligen dat alle nieuwe automobilisten weten dat ze wettelijk verplicht zijn om een aanrijding met wild bij de politie te melden.
De gemiddelde schadeclaim na aanrijding met een dier is 1.600 euro volgens recente cijfers van het Verbond van Verzekeraars. In totaal gaat het in 2019 om bijna € 16 miljoen geclaimde schade. De autoschade bij een wildaanrijding, zoals een hert of wild zwijn, is niet te verhalen op een eigenaar. Of de verzekering de schade dekt, hangt af van hoe men zelf verzekerd is. Eventuele gevolgschade is niet altijd gedekt of heeft gevolgen voor de hoogte van de premie. Bijvoorbeeld wanneer een automobilist door de aanrijding van de weg raakt en een boom raakt.
Provinciale bestuurders moeten faunabeheereenheden meer ruimte geven in de politieke en maatschappelijke discussie over jacht, faunabeheer, faunaschade en dierenwelzijn. Dat zegt de Maatschappelijke Adviesraad Faunaschade in een adviesrapport dat zij aanbieden aan de Bestuurlijke Adviescommissie Vitaal Platteland.
In Nederland kennen we verschillende beschermde diersoorten die in conflict (kunnen) komen met de mens. Denk aan dieren die gewassen van boeren opeten of overstekend wild dat een gevaar vormt voor de verkeersveiligheid. Daarom is in 2002 wettelijk geregeld dat iedere provincie beschikt over een Faunabeheereenheid (FBE) Deze onafhankelijke FBE’s stellen voor de provincie faunabeheerplannen op, op basis waarvan grondgebruikers dieren mogen verjagen, doden of verstoren om zo de schade of overlast terug te dringen.
In de loop der jaren zijn verschillende opvattingen ontstaan over de rol en taken van de FBE. Ook is er verschil in het bestuurlijk en ambtelijk functioneren binnen de FBE’s. Dit draagt niet bij aan een eenduidig en effectief faunabeheer. Daarom heeft de Bestuurlijke Adviescommissie Vitaal Platteland van het Interprovinciaal Overleg (IPO) de Maatschappelijke Adviesraad Faunaschade gevraagd een advies uit te brengen over de functie van de FBE’s.
Op basis van een enquête onder alle FBE’s en een rondgang langs de provincies en FBE-besturen, concludeert de Adviesraad dat technische en juridische aspecten een belangrijke plaats innemen. Provinciale bestuurders benutten de FBE’s echter onvoldoende in de permanente politieke en maatschappelijke discussie over faunabeheer. De Adviesraad vindt dat provincies beter gebruik moeten maken van de faunabeheereenheden én dat ze er samen meer van moeten maken. Met de faunabeheereenheden onderling, maar ook met de achterliggende partijen, zoals landbouworganisaties, natuurbeheerders, dierenbeschermingsorganisaties en jagers. De Adviesraad stelt verder voor dat provincies en FBE’s opnieuw met elkaar in gesprek gaan over rollen, taken en verantwoordelijkheden. Ook het werkgeverschap van FBE’s en de functie en agenda van het landelijk overleg van de Faunabeheereenheden moeten aan de orde komen. Daarnaast moet de kwaliteit van faunabeheerplannen en borging op de agenda staan.
‘Blijven zoeken naar verbetering taxatieproces faunaschade’-BIJ12
3 september 2020
Voor het taxeren van faunaschade maakt BIJ12 gebruik van twee onafhankelijke taxatiebureaus. Hoe verloopt de samenwerking en welke plannen zijn er om het proces van taxeren waar mogelijk verder te verbeteren?
Grondgebruikers kunnen bij faunaschade een tegemoetkoming aanvragen bij BIJ12. In ruim 90% van de gevallen gaat het om ganzenschade aan landbouwgras. De oorzaak en exacte omvang van de schade wordt bepaald door onafhankelijke taxatiebureaus. BIJ12 werkt hiervoor al enkele jaren samen met Wiberg Taxaties. Sinds november 2019 is hier – na een Europese aanbesteding – Van Ameyde Waarderingen als nieuw bureau bijgekomen.
Sinds november 2019 is ook het taxatieproces vernieuwd: de taxateurs gaan niet langer met pen en papier, maar met tablets het veld in. Verder is eind 2019 het indienen van een aanvraag voor een tegemoetkoming volledig geautomatiseerd in het portaal MijnFaunazaken. ‘We mogen best trots zijn op alle vernieuwingen die we in korte tijd voor elkaar hebben gekregen’, aldus de taxatiebureaus. ‘Toch blijven we zoeken naar mogelijkheden om het taxatieproces en de communicatie hierover met grondgebruikers verder te verbeteren.’
Online taxatierapport
De twee taxatiebureaus waar BIJ12 mee werkt, hebben ieder hun eigen aandachtsgebied. Van Ameyde Waarderingen taxeert vooral schade aan grasland in de provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Flevoland en Noord-Holland. Ook taxeren zij maïspercelen door het hele land. Wiberg Taxaties taxeert schade aan grasland in de rest van de provincies in Midden- en Zuid-Nederland en landelijke schade aan overige gewassen, zoals fruitbomen, graan en graszaad, en schade door de wolf.
Nieuwe app
Tijdens het aanbestedingsproces heeft BIJ12 het nieuwe portaal MijnFaunazaken ontwikkeld. Voor de taxatiebureaus betekende dit een nieuwe manier van werken. ‘Onze taxatierapporten moesten we voortaan geautomatiseerd en uniform aanleveren in het nieuwe portaal’, vertelt Jan Luijendijk van Van Ameyde. ‘We hebben daarom zelf een app ontwikkeld zodat de taxateur met een tablet het veld in kan om schade vast te leggen. In eerste instantie was dit voor onze mensen een hele omschakeling, maar nu we een paar maanden verder zijn willen ze niet meer anders. Het scheelt veel papier- en rekenwerk en voorkomt eventuele fouten.’ Wim van Werven van Wiberg beaamt dit: ‘Ook wij hebben een eigen app ontwikkeld. Daardoor kunnen we nog nauwkeuriger taxeren. Dit is voor alle partijen gunstig. Natuurlijk werk je als taxateur zo accuraat mogelijk, maar het blijft schatten. Dat zegt het woord taxeren ook al. Je maakt op basis van je vakkennis en ervaring een interpretatie. Het gaat verder dan alleen de hoogte van het gras meten. Je moet ook kennis hebben over bijvoorbeeld de teelt van gras en bedrijfsvoering.‘
Goede communicatie
Volgens beide taxatiebureaus is binnen het hele proces goede communicatie met de grondgebruikers van essentieel belang. ‘De reden waarom je bij boeren over de vloer komt is niet leuk. Een boer heeft schade en zit soms met veel frustratie. Je teelt geen gras voor de ganzen. Als de uitkomst van de taxatie dan ook niet is zoals je die verwacht, kan een boer het gevoel hebben dat de taxateur hem te kort doet. Het helpt dan als je als BIJ12 en taxatiebureau goed bereikbaar bent, transparant communiceert en de boeren serieus neemt. Dat zorgt voor meer acceptatie’, aldus Wim van Werven. Moniek Brugmans, unitmanager Faunazaken bij BIJ12, beaamt dit. ‘De introductie van MijnFaunazaken is een eerste stap in de verdere professionaliseringsslag die wij als organisatie maken. Ondertussen kijken wij ook hoe de communicatie met grondgebruikers, bijvoorbeeld via de helpdesk, verder verbeterd kan worden. We realiseren ons dat het nieuwe portaal voor veel grondgebruikers flink wennen was. Maar ze zien ook wel het voordeel dat voortaan alles op één plek 24 uur per dag in te zien is.‘
Onderzoek naar verbetering taxatie grasschade
Provincies kijken ondertussen kritisch mee naar de afhandeling van faunaschade. ‘Vooral voor de noordelijke provincies is ganzenschade een grote kostenpost. Het protocol aan de hand waarvan taxateurs grasschade vaststellen is bijna 20 jaar oud. Hoewel ik denk dat het een prima methode is, kan het geen kwaad het nog eens kritisch tegen het licht te houden’, reageert Jan Luijendijk. ‘In het voorjaar van 2021 – als er nieuwe grasschade ontstaat – start daarom een onderzoek naar de effectiviteit van het protocol voor grasschade. Een klankbordgroep met deelnemers van provincies, LTO (namens grondgebruikers), NVM, de taxatiebureaus, de Commissie Onderzoek en BIJ12 begeleidt dit onderzoek.’ Ook op andere fronten wordt gekeken hoe taxaties beter en nauwkeurig kunnen. Zo vindt op dit moment in Limburg een proef plaats om met drones schade aan maisvelden in kaart te brengen. Ook technologische ontwikkelingen die de inzet van satellietbeelden mogelijk maken, worden nauwlettend gevolgd.
Faunaschade in Nederland
Uit recente cijfers van BIJ12 blijkt dat provincies in 2019 ruim 25 miljoen euro aan tegemoetkomingen in faunaschade hebben uitgekeerd. Het gaat daarbij vooral om grasschade, maar ook schade aan mais en pikschade aan fruit. En sinds de komst van de wolf handelt BIJ12 ook schade aan dode of gewonde landbouwhuisdieren – met name – schapen af. Wanneer een grondgebruiker faunaschade heeft, kan hij een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming via MijnFaunazaken. BIJ12 beoordeelt de aanvraag en geeft daarna het taxatiebureau de opdracht om de schadepercelen te taxeren aan de hand van onze richtlijnen. De taxateur moet zowel de oorzaak als de omvang van schade vaststellen. Niet alle schade komt in aanmerking voor een tegemoetkoming. Is de grondgebruiker het niet eens met de uitkomst, dan kan hij bezwaar maken.
In het afgelopen kwartaal is vastgesteld dat de wolf in de provincie Drenthe nu langer dan zes maanden aanwezig is. Daarmee is volgens het interprovinciaal wolvenplan sprake van een vestiging. De provincie onderzoekt nu wat precies het leefgebied is van het dier en heeft een gebiedscommissie ingesteld, om na de bepaling van dit leefgebied te adviseren over preventieve maatregelen en een schadepreventieplan. In Noord-Brabant is binnenkort waarschijnlijk ook sprake van een vestiging. In de roedel op de Noord-Veluwe zijn dit jaar opnieuw minimaal vier welpen geboren.
In de afgelopen periode zijn er 38 meldingen gedaan van schade aan landbouwhuisdieren. Uit DNA-analyse bleek dat iets meer dan de helft veroorzaakt werd door wolven. De wolf was vooral actief in Noord-Brabant.