Nazoeken wild

Samenvatting:  Onmiddellijk-na-het-schot Pdf-logo dit kunt u downloaden en bewaren.

Onmiddellijk na het schot

Menige jager wordt na het afgeven van een schot psychisch zo belast, dat sommige toch belangrijke zaken even aan zijn aandacht ontsnappen.

Desondanks zou iedere jager zich moeten aanleren om op de navolgende zaken te letten:

  • Was de inslag van de kogel te horen, zo ja, hoe klonk deze?
  • Heeft het beschoten wild gereageerd, wanneer en hoe?
  • Hoe reageerde het (eventuele) andere wild op het schot?
  • Waar is het beschoten stuk naar toe gevlucht?
  • Is er van het beschoten stuk wild nog geluid te horen?
  • Onthoud zo goed mogelijk de plaats waar het stuk stond toen het beschoten werd. Goed markeren, zeker wanneer men een hoogzit daarna gaat verlaten.
  • Viel het stuk direct ter plekke neer? Houd er dan ook rekening mee dat het een zgn. krelschot (ruggengraat) kan zijn. Direct herladen en met de buks gericht op het wild blijven letten.
  • Zakte het stuk wild in elkaar en stond het daarna weer op, dan direct een tweede schot proberen af te geven, want dit kan betekenen dat er een loper werd geraakt.
  • Blijft het wild stil en stijf staan en strekt het zijn voorpoten, ook dan is het wenselijk direct een tweede schot af te geven. Er kan sprake zijn van een schampschot.
  • Ook bij een eventueel tweede schot eerst goed kijken of de kogelbaan vrij is.
  • Bewaar altijd de laatste kogel voor een vlucht- of vangschot en gebruik deze niet voor onbeschoten wild.
  • Het is helemaal verkeerd, dat de jager onmiddellijk na het schot naar de afschotplaats gaat en begint te zoeken op zijn minst een 10 tot 15 min wachten, om te onderzoeken en te markeren en vast te stellen wat te verwachten is en zodat het afgesprongen dier evt. rustig kan doodgaan. Daarna beslis je wat je verder gaat doen. Zweethond of zelf nazoeken.

Schotbeelden direct na het schotBladschot. Het beschoten stuk wild springt naar voren hoog op;

De klassieke schottekenen:

  1. Diep bladschot. Het stuk gaat naar voren en zakt diep weg;
  2. Schot in het geweide. Het beschoten stuk slaat met de poten naar achteren of kromt de rug;
  3. Loperschot. Het beschoten stuk knikt door de poten en spaart bij de vlucht de geraakte poot;
  4. Rugschot. Het getroffen stuk valt direct neer.

Er zijn tegenwoordig nieuwe loodvrije patronen waar het wild in vele gevallen anders op reageert, vooral bij hert en wild zwijn komt dat voor. Het schot is vaak niet direct dodelijk. Het is en blijft altijd zaak om de patronen aan te passen aan de wildsoort die wordt bejaagd.

Print Friendly, PDF & Email

Reacties zijn gesloten.