In het land der blinden is eenoog koning….
Leeuwarder Courant van 4-11 berichtte over, volgens de Zoogdiervereniging, “alarmerende teruggang van de hazenstand” sedert (onverklaarbaar peil jaar) 1950.
Citaten en feiten uit: “Compendium voor de Leefomgeving” (472 feiten en cijfers over milieu, natuur en ruimte):
“Ontwikkeling van het bodemgebruik vanaf 1900:
— Het agrarische gebied nam vanaf 1900 tot rond 1950 in omvang toe; (vóór 1940 vooral ten gevolge van ontginningen en na 1945 vooral door de inpoldering van de Zuiderzee).
— De afname van het agrarische gebied , na de jaren vijftig, is vooral veroorzaakt door toenemend grondgebruik voor woongebieden, industrie en infrastructuuren en, in mindere mate, door bos voor “nieuwe natuur”.
“Haas: De haas komt in bijna het gehele land voor, met uitzondering van stedelijke gebieden.”
“De achteruitgang in 1970 werd toen in veel landen van Europa waargenomen en de oorzaken waren divers,” maar de hoofdoorzaak was (volgens de opsteller van de telgegevens, weer de Zoogdiervereniging) : “ intensivering en schaalvergroting van de landbouw en het verdwijnen van houtwallen .“ Cijfers van het CBS laten voor het Netwerk Ecologische Monitoring zien, dat er de laatste 10 jaar weer sprake is van een matige toename van de hazenstand.
“De geïndexeerde aantallen van vóór 1998 zijn gebaseerd op afschot; daarna op tellingen,” (inderdaad, van alleen de zoogdiervereniging!!!), “wat de interpretatie bemoeilijkt.” En : “De betrouwbaarheid van deze data lijkt gering, omdat het hier om een uiterst kleine steekproef gaat.” En : “De afname van de hazenstand door uitbreiding van stedelijk gebied, industrie en wegen en daarmee de afname van geschikte biotoop voor hazen is bij het calculeren van die trends op basis van alleen de waarnemingen van de zoogdiervereniging zelf, hierin niet meegenomen.” Einde citaten uit het “compendium” een overheidspublicatie, over verloop van de oppervlaktes landbouw arealen en de stand van het Haas.
Als ervaren deskundige fauna beheer bestrijd ik allereerst, dat hazen afhankelijk zouden zijn van houtwallen voor dekking, zoals de zoogdier vereniging beweert.
Het Haas is juist een steppe bewoner bij uitstek, die het van snelle vlucht of dekking kiezen moet hebben tegen predatoren, die hij zelf van ver moet zien naderen. Geen wonder, dat hazen het slechter doen in de steeds meer “vergroende” delen van het land , waar predatoren in “nieuwe natuur van de TBO’s “ vrij spel hebben, en de haas zijn soortspecifieke vluchttactiek niet kan toepassen omdat hij predatoren in die coulissen landschappen en bos niet tijdig kan waarnemen. Houtwallen zijn, juist door die zicht beperking, bij uitstek een ongunstige biotoop voor de overlevingsstrategie van het Haas!
Men is bij die Zoogdier vereniging waarschijnlijk in de war met het Konijn, die wel afhankelijk is van dekking en wallen om zijn wentels en holen in te graven, maar het verkeerde gegeven staat er toch, en dat meerdere malen als feit vermeld, en het wordt door onze minister en zogenaamde deskundigen uit de stad met een drs titel ecologie en werkzaam bij LNV voor zoete koek geslikt!
Bovendien wijs ik er op, dat de landbouw “intensivering” en schaal vergroting via ruilverkavelingen met hazen stand op die intensief bewerkte agrarische vlaktes tussen 1950 en 1970, wel heel erg toevallig, gelijk viel met de opkomst van uitzonderlijk hoge hazen standen, die juist Nederland wegens zijn relatief groot agrarisch areaal ten opzichte van Bos en Stad kent.
De buitengewoon grote bestanden aan hazen in ons land, onder deze zelfde omstandigheden van “intensieve grootschalige landbouw “ liggen ook nu nog voortdurend, controleerbaar en structureel veel hoger dan in de ons omringende West Europese landen. Waarom? Daar is het aandeel bos, met navenante dekking voor roofdieren, en dus een negatieve biotoop voor hazen, nog aanzienlijk groter en is het landbouwareaal in verhouding veel kleiner! Hier geldt dus: hoe meer bos in Nederland (Feit: is de trend!) , en hoeveel minder agrarisch areaal ( feit: zie statistieken!) dus steeds minder hazen.
De hazen stand gerekend over het totaal oppervlak van Nederland loopt dus terug , juist wegens het doorgaand verlies in oppervlakte van hun steppe biotoop die in ons land voor die soort juist op grootschalige landbouw percelen geboden wordt.
Als de hazen stand per hectare op verschillend gebruikte gronden gemeten wordt en vergeleken met alleen hectares die dienen als habitat, dan zie je iets wat jagers en boeren al lang weten: de topvelden liggen in grotere percelen blijvend grasland, afgewisseld met grotere percelen akkerbouw in landelijk gebied ver van de steden, en gevrijwaard van predatoren te land te zee en in de lucht, en van de vele gevaren en onrust door recreatie met honden door de vele stedelingen in de vergroende oppervlaktes , die we nu “natuur” zijn gaan noemen………………………………
De hazen bestanden op gebieden met boomwallen en de navenante predatie druk die daar heerst door roofvogels zowel als predatoren op de grond zal om die reden leiden tot veel lagere tellingen door vogelaars en tellers van Sovon en zoogdiervereniging, die daar naar het barmsijsje zoeken tussen de braamstruiken en wat wildobservatie als bijvangst van hun blijkbare status als de enige echte natuurkenners doen.
Nu, een vooringenomen club als de zoogdiervereniging is, onze minister zo eenzijdig, zo onjuist en ongecontroleerd en ongenuanceerd mag adviseren, en de minister via deze eenzijdige, zeer incidentele waarnemingen van deze club met subjectieve, aantoonbaar verkeerde beoordelingen van instandhouding condities van de diersoort Haas, deze zomaar in de categorie rood kan laten plaatsen, gaat er wat goed mis met de objectiviteit en de wetenschappelijkheid van een belangrijk besluit door de minister, als dit.
Het lijkt er nu veel op, dat door de brutale aanpak en hantering van aanwijsbaar verkeerde uitgangspunten en stellingen, dat hier een geheel andere agenda vanuit de natuurbeschermingslobby gehanteerd wordt.
Iedereen uit die lobby heeft blijkbaar kennisstatus , zolang de schuld van fauna problematiek waarover gerapporteerd wordt, maar geparkeerd kan worden, bij de boeren, hun grootschalig landgebruik, en de benutting jacht op voor West Europa nog steeds ongekend grote hazen bestanden, voorkomend op Nederlands agrarisch areaal.
Om deskundigheid van deze stedelingen met papieren status te veinzen, is het blijkbaar ongestraft en onweersproken mogelijk de publiciteit te halen met een verhaal, wat qua leefomgevingseisen voor hazen aantoonbaar onjuist is, en wat eveneens aantoonbaar op zorgvuldig en met opzet verkeerd gemaakte vergelijkingen van reeksen, periodes, habitats, landelijk oppervlak en werkelijk representatief getelde hazen aantallen gebaseerd is.
Vandaar de titel: In het land der blinden is eenoog koning
Peter van Kempen,
Fauna Beheer Adviseur, Reduzum (Fryslân)