Kraaienvangkooi

De kraaienvangkooi het effectieve middel om schade van kraaien mee te beperken.

kraaien-in-vlucht-  zitplaats-kraaien--300x225kraaienvangkooi met mais_small

Opzetten van een Kraaienvangkooi:

b_400-kraaienvangkooiDe meest gekende vangkooi is de trechterkooi. Omdat de kraaien van nature wantrouwig zijn, plaatst men ze best op een open plaats, dicht tegen enkele hoge bomen,zodat de te vangen vogels goed
de omgeving kunnen afspeuren,vooraleer zich in de kooi te wagen, aangelokt door levende lokkers De vangkooi moet zodanig geplaatst worden in een omgeving waar kraaien normaal hun trek naar de velden hebben. Verschillende typen van lokvoer kan gebruik worden. zoals, gebroken eieren, maïskorrels of kolven, broodresten, dus iets wat duidelijk zichtbaar moet zijn als voer voor de kraaien.

De kraaienvangkooi werkt als volgt; als de kraai op het dak van de vangkooi landt dan ziet hij het voer of aas en wil hij erbij komen, dan moet hij naar de invalladder in het midden, hij kan dan op een gemakkelijke wijze in de kooi komen, door de openingen in de invalladder, als hij eenmaal binnen is kan hij er niet meer uit omdat openingen te klein zijn om naar buiten te vliegen. Het is dus van belang dat er voldoende water en voer aanwezig is om de kraaien te verzorgen, zolang als ze in de vangkooi verblijven. In Nederland mag er als lokvogel alleen maar een zelf gefokte en geringde vogel inzitten, dus geen gevangen vogels deze moeten zo snel mogelijk opgeruimd worden. Dus het is van belang dat de vangkooi elke dag wordt gecontroleerd en verzorgd, want ook kraaien leren snel en kunnen weer ontsnappen als ze te lang in de kooi hebben gezeten. Zie ook de video hoe je een vangkooi maakt, dit is een video van de BASC in Engeland.

Tips bij gebruik ervan:

De basisprincipes van het bedienen van een ladderval zijn anders dan die van een ekstervangkooi. Het wordt geplaatst in een gebied waar grote aantallen kraaiachtigen zijn waargenomen en verblijven. De val wordt dan opgezet, maar met het dak eraf en de deur open, ik laat de ladder er graag in zitten, omdat ik denk dat kraaien eraan wennen om erop te gaan zitten en er eerder in zullen vallen als hij is ingesteld.

De kraaienvangkooi moet de kraaiachtigen eerst lokken, afhankelijk van waar deze zich bevindt. Je kunt verschillende soorten aas gebruiken, maar als het bijvoorbeeld in de buurt van een varkensstal staat en dan zou ik de varkensvoerbrokken gebruiken, die ze gewend zijn te eten. Gedurende een periode van een paar dagen houd ik de kooi in de gaten totdat de doelvogels vol vertrouwen de val betreden om te eten. Hierop zal ik de vangkooi in werking zetten door het dak erop te zetten en de deuren te sluiten.

De vogels zullen dan terugkeren en de enige ingang vinden, die het ladder gedeelte van de val is. Omdat ze bekend zijn met de opzet, zullen ze naar binnen gaan, maar niet in staat zijn om via de ladder naar buiten te gaan met hun vleugels open en zo in de vangkooi blijven. De vangkooi moet regelmatig worden gecontroleerd en alle gevangen vogels moeten worden verzonden, denk eraan dat met name kraaien behoorlijk gemeen kunnen pikken, dus dikke handschoenen zijn een goede voorzorgsmaatregel.

Onthoud dat er wettelijke vereisten zijn zoals de benodigde ontheffing en machtiging van de Faunabeheereenheid en de hierin opgenomen voorwaarden voor het gebruik ervan zoals op het gebied van dierenwelzijn, met betrekking tot het welzijn van niet alleen lokvogels die water, geschikt voedsel, onderdak en een stok nodig hebben om op te zitten, maar ook voor de vogels die erin worden gevangen. Vangkooien moeten op gezette tijden worden geïnspecteerd, afhankelijk van de voorwaarden van de provincie/Fbe die de ontheffing/machtiging afgeeft. De vangst opruimen wanneer het donker is (geen mensen en vooral kraaien als toeschouwers).

De winter en vroeg in het voorjaar is de meest geschikte vangsttijd.

Handig om altijd dichte leren handschoenen bij de hand te hebben als je naar de kraaienvangkooi gaat.

Hoe je zo’n kooi opbouwt kan je zien op de onderstaande tekening en video

Voorwaarden gebruik :

Deze vangkooi is nu alleen toegestaan per 1 januari 2008 met een ontheffing van de provincie. De kraai en kauw door de Minister van LNV op de landelijke vrijstellingslijst zijn geplaatst vanaf 1 april 2004

  • Er moet vers water en voldoende voedsel aanwezig zijn,
  • Andere gevangen vogels moeten dagelijks worden vrijgelaten,
  • Het gebruik van vlees of slachtafval als lokmiddel is verboden
  • De lokvogels moeten gefokte exemplaren zijn en er moet een dagelijkse controle plaatsvinden.

Artikel 9 lid 5 van Besluit beheer en schadebestrijding diersoorten, stelt nadere eisen aan de lokvogels. In dit geval gefokte kraaien als hulpmiddel, maar dat de opstelling zodanig moet zijn, dat lichamelijk contact tussen lokvogel en de te vangen vogel niet mogelijk mag zijn bij het gebruik van kastvallen, dit geldt niet voor de kraaienvangkooi en dat de lokvogels voorzien moeten zijn van voldoende voedsel en water.

In de praktijk is dat een apart compartiment in de “ekster”kastval. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat de lokvogel een gekweekt exemplaar is en de gevangen vogel een wild exemplaar en zodoende het welzijn van de lokvogel min of meer wordt bewaakt, want de het verdedigen van zijn/haar territorium speelt hierbij de belangrijkste rol om te kunnen vangen, dit geldt niet voor de kraaienvangkooi, daar speelt de kraai alleen maar een rol als lokvogel en het gestrooide voer doet de rest.

De pootring aan een gefokte vogel garandeert, dat het een gefokt exemplaar is. Hiervoor verwijs ik achtereenvolgens naar het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten artikel 1 onder b wat wordt verstaan onder een gesloten pootring: het is een individueel gemerkte, naadloze, ononderbroken ring of manchet, zonder enige naad of las, waarmee op geen enkele wijze is geknoeid en waarvan het formaat zodanig is dat hij, nadat hij in de eerste levensdagen van de vogel is aangebracht, niet kan worden verwijderd wanneer de poot van de vogel zijn definitieve omvang heeft bereikt. Vervolgens is in artikel 5, 6 en 8 van dit besluit bepaald, dat er vrijstelling geldt voor gefokte vogels indien deze zijn voorzien van een door onze minister op aanvraag afgegeven gesloten pootring en dat registratie heeft plaatsgevonden bij de erkende organisaties (vogelbonden).

Voor de ringmaten en de erkende organisaties verwijs ik naar de Regeling pootringen en andere merktekens. In artikel 8 van deze regeling zijn de erkende vogelbonden genoemd en is bepaald, dat deze uitsluitend gesloten pootringen afgeven indien aannemelijk is dat de aanvrager vogels, waarvoor een gesloten pootring wordt aangevraagd, fokt. Er moeten dus legale broedparen zijn. Vervolgens wordt het aantal af te geven ringen beperkt tot het aantal redelijkerwijs te verwachten nakweek.

Voor de vraag, waar men deze gefokte kraaien kan kopen, verwijs ik dan ook naar de in artikel 8 van de Regeling pootringen en andere merktekens genoemde organisaties. Eventueel kan daar navraag gedaan worden naar verkopers van deze vogels.

Minister LNV in antwoord op vragen in de tweede kamer over vangkooien aanhangsel 2007 mei 2004.

Een ieder kan voldoen aan de zorgplicht ten aanzien van het gebruik van niet-selectieve vangmiddelen, ongeacht of hieraan nadere voorwaarden zijn gesteld. De zorgplicht houdt in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voorzover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde de gevolgen te voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.

Wat betreft het gebruik van niet-selectieve vangmiddelen betekent inachtneming van de zorgplicht dat de gebruiker maatregelen dient te treffen om zoveel mogelijk te voorkomen dat andere dieren worden gevangen dan de dieren waarvoor de middelen worden ingezet. Dit geldt ook als geen nadere voorwaarden zijn gesteld ten aanzien van het gebruik van niet-selectieve vangmiddelen. De AID heeft dit jaar circa 30 fte beschikbaar voor de handhaving van natuurregelgeving. Controles op de wijze waarop gebruik wordt gemaakt van de landelijke vrijstelling voor de zwarte kraai en kauw worden binnen deze capaciteit verricht. In het jaarverslag van de AID dat jaarlijks naar de Kamer wordt gezonden, zult u hierover geïnformeerd worden. Overigens zien ook de provincies en de politie toe op een juiste naleving

Wij kennen ook nog de zgn. kastval voor het vangen van kraaien en eksters, zie hiervoor de eksterkastval.

Print Friendly, PDF & Email

Reacties zijn gesloten.