Biotoopverbetering

biotooponderhoud

De praktijk

Hoe pak je zo’n biotoopverbetering aan?

Vaak geen evidente vraag.

biotoopverbetering wbeAls jager of WBE heb je misschien wel grond in eigendom of beheer, maar je weet niet goed hoe je deze best inricht. Voor een advies hierover kan je terecht bij het

Kenniscentrum van SBNL.

Het bewijs dat ook de jager aan natuurbeheer doet!

Maar niet alleen voor jachtwild geeft biotoopverbetering een meerwaarde: ook allerlei andere – vaak ook zeldzame of kwetsbare – soorten profiteren mee.

In onze visie dient bij het vaststellen van natuurbeleid, de navolgende uitgangspunten een grotere rol te spelen:

  • behalve intrinsieke waarde heeft de natuur belevingswaarde en gebruikerswaarde, natuur beperkt zich niet tot beschermde gebieden maar begint aan de voordeur en natuur dient een verantwoordelijkheid van de hele samenleving te zijn en daar voldoende draagvlak te vinden.
  • De mens dient centraal te staan in de natuur en de te ontwikkelen natuur en het gebruik ervan, dit om het voorbestaan te garanderen.
  • Hiervan is de jacht en het beheer van diersoorten een wezenlijk onderdeel.

Het zit er weer op! Het jachtseizoen is voorbij en u heeft een aantal fijne dagen in het veld doorgebracht.

KLE1 Dieteren

En al struinend door het veld kwam u erachter, dat sommige bosjes wel erg hol werden, je hebt er bijna geen hond meer voor nodig.

Maar ook sommige fauna-akkertjes voldoen niet meer geheel aan de verwachting.

En wellicht is het u opgevallen, dat sommige grondgebruikers stukjes grond braak hebben laten liggen of stroken, grenzend aan beplantingen, niet eens meer ingezaaid hebben, omdat er sprake van teveel schaduwwerking was. Hier liggen kansen, kansen die u moet oppakken, want het wild heeft het nodig.

Juist in de winterperiode komt het belang van biotoopverbetering extra naar voren.

Gaat u maar na: al het kleinwild zoekt bij slecht weer of strenge vorst juist de beschutting op.

Zo zal een haas eerder een leger maken in een weide waar nog pollen staan, dan in een glad gemaaid “biljartlaken”.
Een fazant zoekt zijn beschutting aan de randen van sloten waar nog wat lang gras en onkruiden staan.
Reeën zullen zich, zeker in de winterperiode, eerder op hun gemak voe­len in een bosje of houtsingel waar nog een struiklaag aanwezig is, want daar is nog wat te eten. Immers het grootste deel van hun dieet bestaat uit twijgjes en bladknoppen.
Zo is het raadzaam om juist in de winterpe­riode te kijken waar de kansen liggen voor biotoopverbetering zoals de aanleg van faunaranden en -akkers en het beheer van singels.

Een verdere uitwerking van de mogelijkheden is: Schaalvergroting

De moderne landbouw kan slechts aan een klein deel van de basiseisen van een goede biotoop voor de fauna voldoen. Zo vindt het kleinwild op de grote maïs-, aardappel-, bieten- en knollenpercelen, maar ook op inten­sief gemaaide en bemeste graslanden amper nog rust en broedgelegenheid. Grote kale akkers en kort gemaaide graspercelen bieden

Bij beheerwerkzaamheden wordt altijd de gedragscode Natuurbeheer in acht genomen. Deze is opgesteld door het Bosschap, met medewerkingen van diverse terreinbeheerders. De gedragscode Natuurbeheer is geen wetgeving, maar een richtlijn waarmee beheerders van natuur reguliere werk­zaamheden kunnen uitvoeren zonder in strijd te handelen met de Flora- en faunawet.

De gedragscode geeft middels een natuurkalender en een kleurensysteem aan in welke periode van het jaar een taak het beste uitgevoerd kan worden en wanneer extra voorzichtigheid geboden is. Voor de gedragscode kunt onder andere kijken op www.bosschap.nl in de winter en het vroege voorjaar weinig tot geen dekking. Bovendien blijft er door de schaalvergroting steeds minder bewegingsruimte over voor de fauna.

Desondanks lijken sommige soorten kansen te vinden in het veranderde landschap zoals bijv. het ree.

  • Biotoopverbetering is maatwerk.
  • Beginnend bij de drie hoofdvragen:
  • Wat heb ik? (aan veldtypen en wild)
  • Wat wil ik? (t.b.v. de diverse soorten)
  • Wat kan ik? (zelf doen, laten doen, met toestemming van de grondeigenaar)
  • Beschikbaarheid van voedsel en dekking?

Na het overschot aan voedsel in de zomer volgt een snelle kaalslag (en dus acuut voedseltekort) in de herfst. Zo ontstaat een groot tekort aan dekking en voedselmogelijkheden voor het wild gedurende de herfst, winter en het vroege voorjaar. De jaarlijkse oogstactiviteiten door de mens staan dan ook in groot contrast tot de behoeften van ons wild. De intensieve landbouwkundige activiteiten van de laatste decennia leiden tot onbevredigende resultaten in de voortplanting en aanwezigheid van het wild.

De gevolgen zijn: verkleining en verschraling van het tableau. Herstel hiervan kan pas succesvol zijn als aan de drie belangrijkste levensvoorwaarden (voedsel, rust en dekking) van het wild is voldaan.

 zonen-overzicht-dekking_small-600x250Beheer van houtsingels en kleine bosjes

  • Een houtsingel is een aaneengesloten lijn­vormige beplanting van bomen en struiken.
  • Het biedt voedsel en broedgelegenheid aan boom- en holenbroeders, marterachtigen en vleermuizen.
  • En in het optimale geval zijn ze ook groeiplaats van een breed scala aan plantensoorten.
  • Bij een singel wordt voornamelijk hakhoutbeheer (al dan niet met overstaanders om de 20 a 25 meter) toegepast.
  • Dit houdt in, dat u de bomen periodiek afzaagt, en wel dusdanig dat de stobben weer uitlopen.
  • Hierdoor kan de vegetatie zich verjongen en ontstaat meer voedsel en dekking dicht bij de grond.
  • U hoeft niet alle bomen af te zetten. De zogenaamde overstaanders laat u staan.
  • Deze bomen kunnen uitgroeien tot het volle wasdom met een mooie grote kroon.
  • Dergelijke opgaande bomen ogen landschap- leeftijdsopbouw van de beplanting en dus een verhoging van biodiversiteit. Gaat men in een klein bosje dunnen, zorg er dan voor dat het kroonoppervlak niet meer dan 10 tot 25% van de oppervlakte bedraagt, dit ook weer met het oog op de lichtinval op de uitlopende stobben.
  • De hoogte van de stobbe is bepalend voor het weer uitlopen ervan. Zaag de stobbe zodanig hoog af, dat deze vrij van riet, bramen en brandnetels blijft, zodat er voldoende licht op de stobben komt. Een vuistregel daarbij is: 1 tot 1,5 keer en minimaal 20 cm boven de grond of mosrand. Dik stamhout eventueel afvoeren. Het dunne takhout op rillen tussen de stobben leggen.
  • Bij hoge kans op vraat door konijn of ree, het takhout om de stobbe heen leggen ter voorkoming hiervan (de zgn. takkenkooi).

Randen bieden kansen

De meest logische opbouw van een bosje of singel is hoog in het midden en naar het veld toe aflopend. De struiken op de grens zorgen voor minder overlast naar de buren toe wanneer het landschapselement ook nog een kruidenstrook heeft.

In vaktermen heet zoiets een ‘mantelzoomvegetatie’. Er is een geleidelijke overgang van veld naar bos. Is er voldoende ruimte langs het element of ligt er een strook grond waarop een houtige beplanting niet gewenst is, dan kan men het proces een handje helpen door zelf een mengsel in te zaaien, waardoor u het wild extra voedsel, dekking en rustmogelijkheden biedt. Geschikte locaties vinden en de biotoopeisen van het wild zeker stellen, dat is een belangrijke, zo niet moreel verplichte opdracht voor jagers.

Naast het oorspronkelijke doel van fauna-akkers in een kwalitatief slechte leefomgeving, dragen faunaranden en -akkers in belangrijke mate bij aan de vermindering van vraatschade aan diverse beplantingen en gewassen. Dit wordt ook wel ‘afleidende teelt’ genoemd. Bovendien bieden faunaranden en -akkers dekking en bescherming aan het haar- en veerwild, zeker in de winterperiode waarin rust en beschutting zorgen voor een extra welzijnsfactor.

Landschappelijk fraai en geven structuur aan een singel.

Bij de keuze van overstaanders moet u vooral letten op duurzaamheid met de voorkeur voor inlandse boomsoorten.

Vaak krijgt de eik daarbij een lichte voorkeursbehandeling. Deze boom is een langzame groeier, kan zeer oud worden en hoort van oudsher in ons landschap thuis en geeft in de herfst vaak een rijke oogst aan eikels waaraan o.a. duiven zich massaal te goed kunnen doen. ook voor de insecten en microben is deze boomsoort van groot belang, zelf voor het voorbestaan van de roofvogels.

De aminozuren die de roofvogels nodig hebben, worden geproduceerd onderin de voedselketen, bijvoorbeeld door eikenbomen. Eiken hebben moeite aminozuren te maken door vervuiling in de lucht en tekort aan mineralen in de bodem. De lucht bevat tegenwoordig te veel stikstof en de grond te weinig mineralen, waardoor de bomen niet de juiste voedingsstoffen in hun blad krijgen om aminozuren aan te maken. De stikstof uit de lucht wordt omgezet in andere stikstofhoudende verbindingen dan aminozuren, die mogelijk giftig zijn voor rupsen en via zangvogels ook effecten hebben op sperwers. Ook in andere onderzoeken vond Van den Burg aanwijzingen dat aminozuurtekort een veroorzaker is van de teruglopende vogelstand. Zo blijken zangvogels in bossen op mineraalarme bodems op de Zuid-West Veluwe moeite te hebben met het doorgeven van vitamine B2 in hun eieren, wat een aminozuurafhankelijk proces is.

Hoe vaak zet u een singel af?

Dit is afhankelijk van:

  1. aanwezige boom- en struiksoorten
  2. grondsoort (op klei groeit een boom of struik sneller dan op zand)
  3. ligging ten opzichte van de zon. Smalle singels laten meer licht door en hebben daardoor een snellere groei. Dit geldt ook voor de zuidzijde van een singel.

Over het algemeen geldt dat voor snelgroeiende boomsoorten, zoals es en zwarte els, het afzetten iedere 6 tot 10 jaar moet gebeuren.

Voor langzame groeiers, zoals de eik, mag men een cyclus van 10 tot 15 jaar hanteren.

Hoe gaat men daarbij te werk?

Het te vellen oppervlak moet minimaal 1,5 tot 2 maal de boom­hoogte van de aangrenzende bomen hebben. Er blijft dan voldoende lichtval, zodat de stobben weer kunnen uitlopen. Juist zonlicht en warmte op de bodem zorgen ervoor, dat de bastknoppen weer gaan uitlopen en dat gevallen zaden gaan kiemen en een nieuwe struiken-laag gaan vormen.

Zaag een singel niet helemaal in één keer aan de grond af, maar bewerk vakken van 25 tot 50 meter en sla vakken over die men dan in de jaren erna zaagt. Op die manier ontstaat er een gevarieerde

Nog enkele beheertips:

  • Zaag een stobbe netjes schuin af. Dit voorkomt inwateren en daardoor inrotten van de stobbe
  • Spaar hier en daar een struik. Dit geeft meteen wat vulling aan het nog kale element en de struik zal mooier bloeien en meer vruchten geven
  • Versnipper het takhout niet. Dit werkt verstikkend op de kruidengroei
  • Stimuleer een diversiteit van inlandse soorten zoals eik, es en veldesdoorn, te prefereren boven esdoorn, els en berk. Deze laatste zijn snelle groeiers. Ze houden zichzelf in stand dankzij een hoge zaadproductie, en doordat ze gemakkelijk uitlopen
  • Zorg voor een logische opbouw van de singel. Zie vorige artikel
  • Maak de rillen niet te hoog. Als de ruimte voor de rillen beperkt is, vraag de gemeente dan om toestemming om een deel van het takhout te verbranden

En let op: In een aantal gevallen is voor het zagen in particuliere singels een provinciale kapmelding in het kader van de Boswet nodig!

Hulp of informatie?

Wij willen u graag met raad en daad ter zijde staan. We hebben daar­voor een paar handige boekjes over faunamengsels en het beheer van landschapselementen die u gratis bij ons kunt aanvragen. SBNL 0318-578357.

SBNL faunamengsels

Om u en onze fauna een handje te helpen heeft SBNL, samen met de firma Hofman, enkele faunamengsels samengesteld. Bij de samenstelling is rekening gehouden met de wensen van onze fauna in de verschillende seizoenen en met verschillend agrarisch grondgebruik. Zo zijn de faunamengsels geschikt voor het aansterken van de reegeit na de lactatieperiode, bieden ze voedsel en dekking voor patrijzen- en fazantenkuikens en jonge hazen, is het dé ‘energieleverancier’ in de winter voor haar- en veerwild, en biedt het voedsel en overwinteringsplaats voor bijen en vlinders.

Hofman Agrarische Producten, Grimbergerweg 11, Notter,

Tel.: 0548-512979 Fax: 0548-540331

email: info@hofmanap.nl

Zaaizaden voor natuur- en wildbeheer. Wildakker- en bloemenmengsels bij uitstek geschikt voor: roodwild, fazanten, hazen, duiven, bijen….

Kijk voor uitgebreide informatie en ons aanbod op onze website in onze webwinkel: www.natuurzaden.nl

Bel voor de actuele folder tel.: 0548-512979

Meer gespecialiseerde natuurzaden bedrijven zijn;

·        Pelgrum Vink Materialen, www.pvmbv.comgerwenpelgrum@pvmbv.com, 0316 – 566118

·        Neutkens , www.neutkens.nlinfo@neutkens.nl, 0497 – 591794

·        MOVO: www.movo-zaden.nlbert@movo-zaden.nl, 0541 – 663207

·        Biodivers: www.biodivers.nlinfo@biodivers.nl, 0348 – 560286

Print Friendly, PDF & Email

Reacties zijn gesloten.