Intrekken van vrijstellingen voor konijn, kauw en houtduif vergt meer tijd


In oktober 2023 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de regering wordt gevraagd om per direct die soorten die in hun voortbestaan worden bedreigd van de landelijke vrijstellingslijst af te halen. Het betreft onder meer de vrijstelling voor konijn, kauw en houtduif. Minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof meldt dat ze uitvoering gaat geven de motie, maar dat de uitvoering ervan wat complexer is dan was voorzien.

In januari is in gesprekken met de provincies en andere partijen gebleken dat aan het intrekken van de vrijstellingen meer haken en ogen zitten dan eerder gedacht. Aanpassing van de landelijke vrijstellingslijst heeft consequenties die op dit moment nog niet goed kunnen worden overzien. De vrijgestelde soorten brengen schade toe op diverse terreinen, waaronder aan landbouwgewassen en infrastructuur. Het intrekken van de vrijstellingen beperkt de mogelijkheden om deze schade te voorkomen.

Provinciale schadeposten

Voor provincies zal het intrekken van vrijstellingen financiële consequenties hebben, die nu in beeld worden gebracht. Van der Wal is op dit moment nog met provincies en belanghebbende partijen in gesprek over wat nodig is om uitvoering te geven aan de motie. Half april start een ambtelijk overleg met de provincies, waarbij wordt gekeken naar de eventuele noodzaak en mogelijkheden om ook zonder landelijke vrijstellingen schade te kunnen blijven voorkomen, het dekken van eventueel te maken kosten en de termijn waarop besluitvorming over het aanpassen van de vrijstellingslijst mogelijk is.

Besluiten gebaseerd op onjuiste aannames over de Staat van instandhouding (SvI) van deze algemeen voorkomende soorten hebben enorme consequenties. Het opheffen van landelijke vrijstellingen is daar een belangrijk voorbeeld van.

Sluiting van de landelijke vrijstelling frustreert elke mogelijkheid tot schadebestrijding en zadelt provincies op met enorme kosten en een stortvloed aan juridische procedures.

Welke rechtbank zou een provincie immers in het gelijk stellen, wanneer zelfs de minister schadebestrijding onverantwoord acht? Wat rest is dat provincies, agrariërs en natuurbeheerders lijdzaam moeten toezien hoe de meest algemene soorten in Nederland miljoenenschades veroorzaken en inzet voor natuurherstel en biodiversiteit tenietdoen.

De minister heeft tevens besloten een traject te starten om het huidige systeem van faunabeheer tegen het licht te houden. Daarbij streeft ze naar een begrijpelijk stelsel met duidelijk perspectief voor het faunabeheer op de lange termijn. Hierbij betrekt Van der Wal naast de provincies ook natuurorganisaties, landbouworganisaties, terreinbeheerders, dierenwelzijnsorganisaties en jagersorganisaties. Ze wil daarbij ook bekijken in hoeverre de motie over de vrijstellingslijst beter kan worden uitgevoerd vooruitlopend op het traject van de stelselwijziging of in combinatie met dat traject.

Besluitvorming zal in dat geval niet op korte termijn kunnen plaatsvinden. De mogelijkheden daarvoor worden onderzocht. Voor het zomerreces (juni 2024)  zal de Kamer worden geïnformeerd over zowel de uitvoering van de motie als de voortgang van de stelselherziening, in één brief.

bron: Ministerie van LNV, 05/04/2024