Nova Scotia Duck Tolling Retriever
Dit is de kleinste van de retrievers. Het ras is in Canada gefokt om de jagers te helpen bij de eendenjacht. Natuurlijk door het ophalen van de geschoten eenden, maar daarnaast heeft de Toller, zoals het ras ook wel wordt genoemd, een functie bij het lokken van de eenden. Jagers op Nova Scotia in Canada hadden namelijk vossen geobserveerd bij het lokken van eenden en besloten toen een speels ras te fokken dat op de vos leek. De hond moest middels spelen aan de waterkant de eenden naar zich toe lokken. Dat is gelukt. Hoewel de Toller hoofdzakelijk als retriever wordt ingezet bij de jacht, zijn er met name in Zweden proeven ontwikkeld waar de Toller kan laten zien hoe hij tolt. De Nova Scotia Duck Tolling Retriever is een intelligente hond, die buiten actief is en binnen een rustige levenskameraad. Ze hebben veel behoefte om te werken, en houden erg van afwisseling. Ze zijn dol op water, hebben een waterafstotende vacht, waardoor ze ook in de winter het water in kunnen. Bovendien hebben ze kleine zwemvliezen tussen de tenen, waardoor ze snelle zwemmers zijn.
Herkomst: Er zijn meerdere theorieën over hondenrassen, die in het verleden gekruist zouden zijn om te resulteren in wat bekend is geworden als “Little River Duck Dog of Yarmouth Toller”.In geschriften van kolonisten wordt regelmatig melding gemaakt van het gebruik van kleine rode honden om eenden mee te lokken.Overigens is ook de naam van het ras, die meestal wordt afgekort tot: “Toller”, pas veel later bedacht. In zijn oorspronkelijke omgeving, in het zuidwesten van Nova Scotia, in het district “Little River” in “Yarmouth County”, werd de hond “Little River Duck Dog” of “Yarmouth Toller” genoemd.
In een poging het Nederlandse Kooikerhondje in verband met de Toller te brengen wordt wel gewezen op het ontstaan van het Engelse woord “decoy” (=lokken) dat zou komen van het Nederlandse “de kooi” uit het woord “eendenkooi”.
In ieder geval is het curieus te noemen dat over de ontstaansgeschiedenis van het ras zoveel onduidelijkheden zijn, terwijl het ras toch nog erg jong is. Het ras kreeg zijn huidige naam “Nova Scotia Duck Tolling Retriever” toen de Canadese Kennel Club in 1945 het voor het eerst ging registreren. Volledige internationale erkenning van de FCI kreeg het ras in 1982.
Algemeen voorkomen: Middelgrote, krachtige, goed in balans zijnde en gespierde hond met een hoge graad van beweeglijkheid. Opvallend zijn de triangelvormige oren en de voeten, die zwemvliezen hebben.
Schofthoogte: reuen 48-51 cm, teven 45-48 cm
Gewicht: reuen 20-23 kg, teven 17-20 kg
Vacht: Dubbele, waterbestendige vacht, middelmatig lang, zacht, met een zachte, maar zeer dichte ondervacht. Mag op de rug lichte golving hebben. De kleur is een variatie van nuances in rood of oranje. Witte markeringen aan het puntje van de staart, voeten, borst en bles. Ontbreken daarvan is geen fout.
Gebruik: De Nova Scotia Duck Tolling Retriever is gefokt als werkhond en dankt veel van zijn karaktereigenschappen juist aan het specifieke werk waarvoor hij is gefokt.
Wordt o.a. gebruikt voor de eendenjacht met een zeer aparte werkwijze: de honden maken door hun gedrag de buiten het bereik van een jager zwemmende eenden nieuwsgierig, die aldus binnen schootsafstand komen, of de uitgezette netten binnenzwemmen. De Toller is een gepassioneerde apporteur die over genoeg kracht moet beschikken om een volwassen gans aan land te brengen en een zeer intelligente hond met een groot uithoudingsvermogen. Hij is een kundige en sterke zwemmer en een natuurlijke en goede apporteur op land zowel als uit het water, waarbij hij zichzelf snel in actie brengt zodra er een indicatie gegeven wordt dat apporteren gewenst is. Zijn sterke wil om te apporteren en zijn speelsheid zijn essentieel voor zijn “Tolling” eigenschap.
Tijdens het werk dragen zij het hoofd bijna in één lijn met de rug en is de staart constant in beweging.
Gezondheid: De erkende rasvereniging, de Nova Scotia Duck Tolling Retriever Club Nederland, stelt in haar fokreglement dat alle fokdieren moeten worden getest op heupdysplasie. Tevens dienen zij te worden onderzocht op erfelijke oogaandoeningen d.m.v. oogspiegeling én een DNA-test voor prcd-PRA en CEA/CH te ondergaan.
Problemen die regelmatig in dit ras voorkomen:
- Instabiel en onzeker, soms angstig, gedrag;
- Kleine gebitselementen.
Aard: De Toller vertoont in gedrag overeenkomsten en verschillen met andere retrieversoorten. Met de juiste socialisatie en opvoeding kunnen Tollers vriendelijke en sociale honden worden. Ze zijn over het algemeen intelligent, speels, aanhankelijk, vrolijk en leergierig en vinden het leuk om nieuwe dingen te leren. Naar vreemden kan de Toller afstandelijk zijn maar nimmer agressief. Tollers zijn niet bijzonder waaks. Ze zullen een keer blaffen als er iets niet klopt, maar laten het daar meestal bij, al zijn er exemplaren die zeer beschermend kunnen optreden. Tollers zijn geen allemansvrienden.
Een Toller is over het algemeen geen “beginners” hond. De opvoeding van een Toller lijkt gemakkelijk maar is het lang niet altijd. Doordat de Toller eigenwijs is, snel leert en veel eigen initiatief heeft (welke gerelateerd is aan zijn oorspronkelijke gebruiksdoel) kan hij zich ook veel dingen eigen maken die niet altijd gewenst zijn door de baas. Harde correcties zijn echter niet nodig, met de stem en een consequente opvoeding kun je veel bereiken bij een Toller.
Het is deze gevoeligheid die in het hele wezen van de Toller zichtbaar is en het trainen tot een aparte uitdaging maakt. Het is dus ten zeerste aan te bevelen met de hond te wandelen, te trainen, te spelen, te sporten en/of te werken. Mits aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan de Toller en leuke en rustige “huishond” zijn.
Bijzonderheden: De Toller verhaart over het algemeen 2x per jaar maar die verhaarperiode bestaat uit 2 onderdelen, eerst komt de ondervacht en daarna verliest de Toller pas de bovenvacht. Tijdens deze verhaarperiode is het aan te bevelen om regelmatig te borstelen. Verder verzorging bestaat uit het plukken van de lange haren rond de oren en het knippen van de voeten. Terwijl is toegestaan de oren en de voeten te trimmen, moet de Toller een natuurlijke uitstraling behouden. |