Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
De faunabeheerder gemeente Echt-Susteren en Sittard-Geleen
De familie der duiven wordt verdeeld in twee geslachten:
Volwassen dieven hebben;
Jonge houtduiven verschillen van volwassen houtduiven in:
Ook aan de vleugels kan je ze herkennen, door het aantal pennen(de grote langwerpige vleugelveren)te tellen, die gewisseld zijn kan vaststellen, hoe oud de jonge duiven reeds zijn.
Snelle, krachtige en rechtlijnige vlucht met krachtige vleugelslagen. Ook: snel draaien, slipbewegingen, klapperen met de vleugels en duikbewegingen. Een gezonde houtduif kan een havik “eruit” vliegen. Vleugelgeklapper bij het verlaten van het territorium. Ook heftig klapperen en fladderen bij het landen en opstijgen. Bij het vliegen maken de vleugels een fluitend geluid, behalve bij jonge dieren. Na het landen gaat de staart eerst omhoog en dan omlaag. Dit duidt er op dat de vogel van plan is voorlopig op die plaats te blijven. De lichaamshouding op de grond is horizontaal, bij het lopen beweegt de kop mee.
De duiven hebben de ogen aan de zijkanten en de ogen zijn naar beide zijden gericht. Deze oogpositie is heel anders opgebouwd dan bij mensen, waar deze naar voren zijn gericht. Ze zijn monoculair en ze kijken met ieder oog afzonderlijk, wat als nadeel heeft dat ze geen diepte kunnen schatten zoals wij mensen, maar wel veel breder kunnen kijken (heel snel 360 graden)
Zij kunnen daarom bedreigingen van alle kanten veel beter waarnemen, wat hun overlevingskansen weer zeer vergroot. Deze eigenschap om alles te kunnen zien en ook de afstand en diepte te kunnen schatten, combineren duiven door een trucje. Door bij het lopen hun hoofd later te bewegen dan hun lijf. Het hoofd volgt als het ware later. Een duif laat zich daarom ook niet snel verassen hij ziet alles, dit weten wij jagers maar al te goed
Als mens hebben wij maar vijf zintuigen; zien, horen, proeven, ruiken en voelen. Wat wij echter niet kunnen waarnemen zijn de veranderingen in het magnetisch veld op aarde. Er zijn continu veranderingen in de magnetische stralingen op verschillende plekken in het landschap, waar wij helemaal niet van bewust zijn.
De duiven gebruiken deze waarnemingen voor hun oriëntatie en het terugvinden van hun nestplaatsen, waar ze gewend zijn. Er is ontdekt dat de duiven in hun bek twee orgaantjes hebben die zeer rijk zijn aan magnetisch gevoelig ijzer (maghemite en magnetiet).
Deze organen geven steeds door aan de hersenen wat het magnetisme van een bepaald gebied is. het bijzondere van de ijzerpartikels in de duiven is dat ze zo gerangschikt zijn dat ze een driedimensionaal signaal kunnen doorgeven om deze in de hersenen om te zetten in een driedimensionale landkaart van verschillende stralingsgebieden, waardoor de duif in combinatie met zijn uitstekende geheugen voor beelden van de gebieden, altijd precies weet waar hij is.
De duif combineert dus zijn gevoel voor magnetische velden met zijn visueel geheugen, met de specifieke geur van bepaalde gebieden en willicht ook met de stand van de zon.
Vast staat dat duiven zintuigen hebben om beter te kunnen waarnemen als wij mensen en daarom zijn zij instaat om minimale veranderingen in hun omgeving, door het uitstekend geheugen en de goed ontwikkelde ogen direct waar te nemen en zodoende zij ook niet gemakkelijk zijn te bejagen.
Plantaardig materiaal, zoals groene bladeren, zaden (soms tot een grote variatie van tientallen soorten. De kroppen van een duif kunnen grote hoeveelheden zaad aangetroffen worden. Ik heb zelf al eens een krop leeg gemaakt en ik telde +/- 800 tarwekorrels in een krop. Plantaardig materiaal, zoals groene bladeren, zaden (soms tot 85%), bessen en knoppen. Het dieet wordt gedomineerd door een of twee soorten voedsel. Verder is er een grote variatie van tientallen soorten.
De kroppen van +/- 900 in Nederland aangetroffen duiven werden onderzocht – van maart tot september – en deze bevatten 61% granen en 20% peulvruchten. In de krop wordt het voedsel voorverteerd. De dagelijkse voedselbehoefte ligt tussen de 80 en 90 gram. Het voedsel zoeken gebeurt vaak in groepen, volgens een bepaalde rangorde. Van de ondergeschikte vogels ligt de piksnelheid lager dan van de prominente. Het meeste voedsel wordt in de late middag opgenomen, 70% van 15.00 tot 18.00 uur.
In het broedseizoen zijn er twee pieken in het voedsel zoek patroon: doffers meestal in de vroege morgen en de duivinnen meestal in de latere avond. Het foerageren vindt tot op 15-20 km van het nest plaats. Dit is in de wintermaanden anders dan vindt de foerage reeds vroeg in de morgen tot +/- 14.00 uur plaats.
Grote variatie in het broedseizoen, met verschillen tussen stads- en plattelandsduiven. De stadsvogels beginnen al in de tweede helft van februari, de overige half maart. Houtduiven kunnen zich bijzonder goed aanpassen aan hun omgeving, duiven hebben ook instinctieve bijzonderheden. Zoals de duivinnen kunnen in enige mate het geslacht van de jonge beïnvloeden, in het vroege voorjaar zullen uit de eieren niet gauw een duivin geboren worden maar een mannetje (doffer), omdat er waarschijnlijk geen doffer voor hen beschikbaar is omdat deze pas later vruchtbaar worden dan de duivinnen.
Duivennesten bestaan uit een platform van takken, stro of vergelijkbare bouwmaterialen, aangedragen door de doffer en geordend door de duif. Het legsel omvat twee, soms drie eieren, die door beide ouders worden bebroed. De doffer broedt overdag, de duif ’s nachts. De broedtijd is ongeveer 2,5 weken.
Duiven broeden meestal meerdere keren per jaar. De ouders voeren hun jongen met duivenmelk, een kaasachtige brij (zgn.duivenmelk), gevormd door de slijmhuid van de krop onder invloed van hetzelfde hormoon (prolactine) dat bij zoogdieren de zogaanmaak regelt. Bij het voederen steekt het jong de snavel in de snavelhoek van de ouder. Deze perst de kropinhoud direct in de snavel van het jong. In verband hiermee blijft de omgeving van de snavel van de jongen langer kaal dan de rest van het lichaam. Langzamerhand wordt de duivenmelk door vast voedsel vervangen.
Het voeden van de jongen gebeurt in de eerste dagen om het uur. Na acht dagen gebeurt het ‘s ochtends en ’s avonds, om beurten door de ouders.
Duiven koeren altijd bij de balts. Dit gaat gepaard met pronkende bewegingen.
Vijanden en bedreiging:
Veel eieren gaan verloren, het merendeel door predatie, voornamelijk door Steenmarters, Vlaamse gaaien, eksters, hermelijnen, kraaien en ratten. Ook veel jongen gaan verloren door predatie. Maar de belangrijkste doodsoorzaak van jongen is voedseltekort.
Volwassen duiven worden geslagen en geconsumeerd door de havik.
Hier kunnen we kort over zijn: de houtduif is een dermate wilde vogel, dat deze zich niet laten “verleiden” door een leuk aangelegd biotoopje. Het is een vogel met voorliefde voor de combinatie bossen of bomenrijen met akkers. Afhankelijk van de gewassen die geteeld worden, en hoe smakelijker duiven die vinden, zal er een zgn “trek” naar die plek ontstaan.
Van deze zeer algemeen voorkomende wildsoort wordt de broedpopulatie geschat op 460.000 paar. In het najaar pleisteren hier tussen de 3 en 4 miljoen houtduiven (fcron: SOVON, 2002). Duiven worden bejaagd vanwege het wild-braad en ter bestrijding van landbouwschade. De afschotcijfers hebben zowel betrekking op de duiven die tijdens het jachtseizoen zijn geschoten, als op die daarbuiten op basis van de landelijke vrijstelling zijn gedood. De laatste drie jaar werden in ons land gemiddeld 18,3 duiven per 100 hectare geschoten. Omgerekend naar een totaal bejaagbaar oppervlak in Nederland, komt dit overeen met 510.000 duiven. In de periode vóór 1990 lag dat aantal tussen de 300.000 en 400.000.
De meeste houtduiven worden in de land geschoten. Noord-Brabant gemiddeld van 33,2 stuks per 100 hectare . In Limburg is dat 26,8 stuks per 100 hectare en steeds toenemend.
De laatste jaren zien trektellers in Nederland aantallen Scandinavische houtduiven passeren die tot nu toe onbekend waren. Het najaar van 2012 leverde ongekende records op met 2,7 miljoen houtduiven in oktober.
Houtduiven afkomstig uit Scandinavië trekken in een smalle baan richting de overwinteringsgebieden in Zuidwest-Europa. Deze trekbaan snijdt Nederland in het uiterste oosten nog net aan. Ten oosten van de lijn Almelo-Nijmegen-Eindhoven zijn dagen met vele duizenden trekkers vrij normaal, ten westen daarvan behoren ze tot de topdagen. De intensiteit van de doortrek varieert van jaar tot jaar. De laatste vijf jaren leverden enkele zeer goede trekdagen op die zelfs gepokte en gemazelde trektellers deden verbleken. Trektellingen die tot in de jaren zeventig teruggaan leverden nooit vergelijkbare aantallen op.In oktober 2012 noteerden de Nederlandse trektellers 2,7 miljoen houtduiven, waarvan zestig procent op een drietal dagen: 19, 20 en 27 oktober. Enorme aantallen werden vooral in het uiterste zuidoosten gezien, bijvoorbeeld op De Hamert bij Bergen (maximaal 233.000 op 20 oktober) en de Loozerheide bij Weert (144.000 op 19 oktober). De overige delen van Oost-Nederland kwamen er wat bekaaider van af, terwijl de aantallen in het westen amper hoger waren dan anders. Dat had anders kunnen lopen, had de wind tijdens de piekdagen wat oostelijker gestaan.
Gegevens houtduiven trek 2016
Deze diersoort is beschermd in het kader van de Wet natuurbescherming. Deze diersoort staat ook op de wildsoortenlijst, en is dus bejaagbaar in het jachtseizoen. Deze soort is verder landelijk vrijgesteld voor doden indien er schade is of dreigt.
Op grond van Artikel 3.16 Wet natuurbescherming heeft de provincie bij provinciale verordening vrijstelling verleend van het verbod op het opzettelijk verontrusten van Houtduiven. De vrijstelling strekt alleen tot het voorkómen van belangrijke schade aan erkende belangen.
Potentiële schade aan erkende belangen
De afgelopen faunabeheerplanperiode is er regelmatig sprake geweest van schade aan erkende belangen. Op basis van de Landelijke Vrijstelling en de jacht werd er afschot gepleegd, met ingang van de nieuwe Wet natuurbescherming zijn ook de landelijk vrijgestelde diersoorten opgenomen in het faunabeheerplan van de Faunabeheereenheid.
Gezien de huidige populatieomvang is de verwachting dat in de toekomst belangrijke schade in de provincie incidenteel kan blijven optreden aan erkende belangen. Voor de komende jaren mag verwacht worden dat schade door Houtduiven, net als in het verleden, regelmatig zal optreden. Over de aard (aan welke gewassen) en omvang (wel of geen belangrijke schade) zijn op voorhand geen uitspraken te doen.
In Tabel is een overzicht gegeven van de gewassen waaraan Houtduiven schade kunnen veroorzaken, het type schade, en de periode waarin de schade meestal optreedt.
Schade | Periode | Opmerkingen | |
Granen (zomer- en winter-) | Vraatschade | Voorjaar/Zomer | Vooral gelegerd graan; soms i.c.m. Vertrapping en/of Bevuiling |
Maïs (snij-, korrel-, suiker-) | Vraatschade | Zaaiperiode | |
Peulvruchten | Vraat/Pikschade | Gehele teeltperiode | Soms i.c.m. met Bevuiling en Vertrapping |
Graszaad en –zoden | Vraatschade, | Bevuiling en Vertrapping | |
Voorjaar/Zomer |
|||
Spinazie | Vraatschade | Zaai- en kiemperiode | |
Sla | Vraatschade | Gehele teeltperiode | |
Andijvie | Vraatschade | Gehele teeltperiode | |
Spruitkool | Pikschade | Winter/Zomer | I.c.m. met Bevuiling |
Bloemkool en Broccoli | Pikschade | Winter/Zomer | I.c.m. met Bevuiling |
Boerenkool | Pikschade | Gehele teeltperiode | I.c.m. met Bevuiling |
Overige koolsoorten | Pikschade | Gehele teeltperiode | I.c.m. met Bevuiling |
Algemene vollegrondsgroenten | Pikschade | Gehele teeltperiode |
Bejaging:
Met ingang van de nieuwe Wet natuurbescherming (1-1-2017) is de jacht op houtduiven geopend vanaf 15 oktober tot en met 31 januari het jaar daarop. Er kan alleen bij schade of te verwachten schade het hele jaar door bejaagd worden, daar de houtduif, konijn zwarte kraai, kauw en de mol op de landelijke vrijstellingslijst zijn geplaatst, zoals vermeld in Besluit natuurbescherming art 3.1.
Schade:
Houtduiven kunnen veel schade aanrichten, in bijvoorbeeld gelegerd graan, erwten, de broccoliteelt, spruiten en witlofplanten. U moet dan als jager “aan de bak”.De houtduif is Nederland vrijgesteld, omdat zij in het hele land belangrijke schade aanricht en mag dan ook buiten het jachtseizoen dat normaal geopend is vanaf 15 oktober tot 31 januari, geschoten worden om schade te beperken of te voorkomen. Elk jaar worden er 300.000 tot 400.000 vogels geschoten.
Voor de wildbeheereenheid zal in principe dan alleen met schadegevallen of ter voorkoming van schade, de houtduiven bejagen. En vanaf 15 oktober t/m 31 januari opening van het normale jachtseizoen (FF-wet) zal er begonnen worden met het bejagen van de houtduiven. Deze komen dan vaak in grote aantallen in het najaar als de massale trek naar het zuiden vanuit Scandinavië plaats vindt. Hierdoor kan er grote schade ontstaan aan pas ingezaaide wintertarwe, als zo’n paar duizend duiven op een pas ingezaaid perceel foerageren.
Duivensoep: Van oudsher verdwijnen er nogal wat houtduiven in de duivensoep. Dat is inderdaad een goed idee. De boutjes van de duif zijn in feite te klein om apart te braden. In de soep komen ze tot hun recht, zij “veroorzaken” bouillon en lekkere flinters vlees. Heel eigentijds en lekker is het om duivensoep te verrijken met verschillende soorten paddestoelen en verse tuinkruiden. Probeer daarvoor ook eens basilicum of koriander. En bij het opdienen een flink scheutje Madera toevoegen.
Duivenborsten doen het perfect als biefstukjes. Even in een mengsel van hete olie en boter aanbraden in de hapjespan, en u hebt een bijzonder smakelijk stukje vlees op uw bord.
Een gerecht met houtduif is af als u het combineert met verse doperwten, verse jonge peultjes of sugarsnaps.
zie hiervoor; Recept-houtduivensoep
Video om houtduivenborstfile’s op een gemakkelijke manier te verwijderen van de geschoten houtduif.