Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
De faunabeheerder gemeente Echt-Susteren en Sittard-Geleen
Conform het project serologisch onderzoek wilde zwijnen (projectnummer 701.939) van de gezondheidsdienst voor Dieren (GD) te Deventer dient direct na afschot bloedafname van wilde zwijnen plaats te vinden. Dit dient te geschieden volgens instructie d.d. 10 juni 1998, referentie 709139/LDV/LDV/Mbr00340 van de GD en met door de GD beschikbaar gestelde materialen ( Spuiten en plastic handschoenen en buisjes voor opslag en verzending) Contactpersoon GD is de heer L.J.M.Dekkers;
is de heer C. Kouters, Klifbergseweg 13, 6063 NE Vlodrop, telefoon: 0475-535229/06-51211149 en diens plaatsvervanger is de heer J. Maessen, Wijngaardstraat 8, 6075 NC Herkenbosch 0475-534691/06-21836034 Binnen 14 dagen na afloop van de geldigheid van de verstrekte ontheffing, dient de houder van de ontheffing over de monstername schriftelijk verslag uit te brengen aan de provincie Limburg, postbus 5700, 6202 MA Maastricht t.a.v. afdeling Groen. Geschoten wilde zwijnen dienen ter keuring te worden getoond aan de coördinator of diens vervanger in het kader van een onderzoek in samenwerking met de inspectie Volksgezondheid. Hierbij dienen de navolgende organen voor een visuele keuring aanwezig te zijn;
Cor Kouters neemt een bloedmonster bij een net geschoten jong wild zwijn. Alle geschoten wilde zwijnen moeten door de jagers uit de hele provincie Limburg bij hem worden aan gemeld. Het bloedmonster gaat voor onderzoek naar de GD in Deventer. Het ‘wordt onderzocht op varkenspest, Aujesky, blaasjesziekte en MKZ. Vooral de dreiging van varkenspest vanuit Duitsland en België is groot. De varkenspest is daar nog steeds sluimerend onder de wilde zwijnen. Het gevaar bestaat dat de pest overslaat naar de varkenshouderij. Cor Kouters keurt lever, longen, nieren en milt op het oog op afwijkingen. Ziet hij die, dan stuurt hij de organen met de tonsillen en het laatste stukje van de dunne darm voor onderzoek naar ID-Lelystad.
Hiertoe dient van het bemachtigen van een wild zwijn de coördinator of diens vervanger binnen 24 uur in kennis te worden gesteld. De ontheffing kan ten alle tijde worden ingetrokken of gewijzigd.De laatste uitbraak van de varkenspest kostte in 1997 – 1998
Bij deze rapportage dient het navolgende te worden vermeld:
Hoe waarborg je de gewenste populatieomvang in de leefgebieden in Limburg?
De gewenste populatieomvang kan op verschillende manieren worden gewaarborgd.
Waarborgen hebben te maken met de volgende aspecten (1 t/m 4).
Een tweetal incidenten met Wilde Zwijnen buiten de voor deze soort aangewezen leefgebieden, een dodelijk verkeersongeval en het afschieten van door de brandweer uit het water geredde wilde zwijnen, heeft geleid tot het aannemen van een motie in de vergadering van Provinciale Staten van 12 december 2014, waarin het college van Gedeputeerde Staten wordt verzocht om het beleid ten aanzien van wilde zwijnen te actualiseren, zodanig dat er sprake is van een duurzame ontwikkeling van verkeersveiligheid en landbouw enerzijds en natuurontwikkeling anderzijds. De uitvoering van deze motie is gestart met een vrije, open gedachtenwisseling in een rondetafelgesprek met verschillende belanghebbenden. In dit document vindt u de weerslag van dit constructieve gesprek.
Sinds de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet in 2002 gold dat buiten de leefgebieden (thans Meinweg en Meerlebroek) een nulstand van het Wild Zwijn werd nagestreefd. Dit beleidsdoel (alleen wilde zwijnen in aangewezen leefgebieden) werd, conform de Beleidsnota Uitvoering Flora- en faunawet, vastgelegd in een door de Faunabeheereenheid Limburg opgesteld en door het college van Gedeputeerde Staten goedgekeurd faunabeheerplan. Ten behoeve van de uitvoering van dit faunabeheerplan werden door de provincie ontheffingen verstrekt waarbij alle wettelijke middelen werden toegestaan om de Wilde Zwijnen buiten de leefgebieden te doden, zonder restricties ten aanzien van periodes en tijden (uitgezonderd de in de wet genoemde dagen, zoals zondagen). In het voorstel voor de nieuwe Wet natuurbescherming, dat in 2012 door staatssecretaris Bleker aan de Tweede Kamer werd toegezonden en controversieel werd verklaard, werd voorgesteld om het Wild Zwijn toe te voegen aan de wildlijst. In het gewijzigde voorstel dat eind 2014 door staatssecretaris Dijksma aan de Tweede Kamer is gezonden, blijft echter de huidige status in stand, waarbij het Wild Zwijn een beschermde soort is die alleen met een provinciale ontheffing mag worden beheerd.
Het Wild Zwijn heeft zich ondanks het toegestane afschot sinds 2002 sterk verspreid in de provincie Limburg, waarbij er zichzelf instandhoudende populaties zijn ontstaan in het Heuvelland, de zuidelijke Roerstreek en westelijk Midden-Limburg tot in de Groote Peel en het Kempen~Broek. Er zijn meerdere factoren die een rol hebben gespeeld bij deze toename: dit zijn onder meer klimaatverandering, immigratie van dieren uit het aangrenzend buitenland en de grootschalige teelt van maïs. De stand buiten de aangewezen leefgebieden wordt anno 2014 geschat op 500 dieren, een veelvoud van het aantal dieren binnen de leefgebieden, waar een voorjaarsstand van 60 dieren wordt nagestreefd. Het is niet waarschijnlijk dat het wild zwijn door faunabeheermaatregelen volledig zal verdwijnen uit de gekoloniseerde gebieden.
Afschot Wild Zwijn Meinweg Regio (excl leefgebied) & Geheel Limburg | ||||||||
Jaar | Regio Meinweg | Geheel Limburg | Jaar | Regio Meinweg | Geheel Limburg | Jaar | Regio Meinweg | Geheel Limburg |
2000 | 9 | 9 | 2005 | 144 | 190 | 2010 | 137 | 280 |
2001 | 51 | 53 | 2006 | 100 | 185 | 2011 | 100 | 233 |
2002 | 86 | 94 | 2007 | 114 | 316 | 2012 | 114 | 262 |
2003 | 100 | 140 | 2008 | 118 | 329 | 2013 | 118 | 271 |
2004 | 121 | 128 | 2009 | 91 | 261 | 2014 | 91 | 235 |
Totaal | 367 | 424 | Totaal | 567 | 1281 | Totaal | 560 | 1281 |
Het realiseren van een nulstandbeleid is hier dus te beschouwen als zijnde feitelijk niet haalbaar.
De aanwezigheid van de populaties buiten de aangewezen leefgebieden heeft geleid tot schade aan landbouwgewassen en problemen met de verkeersveiligheid. Daarnaast is er een mogelijk risico dat een uitbraak van dierziekte in een populatie wilde zwijnen tot exportrestricties voor de varkenshouder leidt, ook al worden alle geschoten dieren veterinair onderzocht en zijn tot op heden geen risicovolle dierziekten gevonden. Tegelijkertijd biedt de aanwezigheid van wilde zwijnen in natuurgebieden ook kansen omdat deze soort een ecologische rol vervult en een hoge belevingswaarde voor recreanten heeft
Wilde Zwijnen horen thuis in de aangewezen leefgebieden, daarbuiten niet. Strikt juridisch handhaven wij daarom het nulstandbeleid. De aanwezigheid van Wilde Zwijnen buiten de leefgebieden is echter een gegeven. De provincie en stakeholders zullen in gebieden waar de aanwezigheid van wilde zwijnen als een gegeven moet worden beschouwd niet meer inzetten op het moeten halen van de nulstand, maar inzetten op het verminderen van schade en het beheersbaar maken van de aanwezigheid van wilde zwijnen. Dit kan worden bereikt door goed faunabeheer en andere maatregelen. Daarbij geldt dat er geen verplichting is op het instandhouden van een levensvatbare populatie in deze gebieden. Het afschot blijft vollledig vrij; de duurzame staat van instandhouding is immers al gewaarborgd in de aangewezen leefgebieden. Nieuwe vestigingen kunnen en moeten worden voorkomen door vroegtijdig ingrijpen van faunabeheerders.
Om het risico op schade te kunnen verminderen is het nodig om naast afschot in te zetten op maatregelen die leiden tot een betere scheiding tussen natuurgebieden en agrarische percelen, om daarmee te bereiken dat Wilde Zwijnen voornamelijk in de natuurgebieden blijven. Te denken valt daarbij aan de volgende maatregelen.
Om de maatregelen effectief te kunnen nemen is het nodig dat er maatwerk per gebied wordt geleverd. Er is sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid van natuurbeheerders, agrariërs en jachtaktehouders. Om hier invulling aan te geven is het noodzakelijk dat deze belangengroepen op gebiedsniveau overleg voeren, waarbij uitgangspunt is dat er een gezamenlijk probleem is, dat enkel gezamenlijk kan worden opgelost. Bij deze lokale overleggen wordt ook de noodzakelijke toegang tot terreinen afgestemd. In het bestaande leefgebied de Meinweg zijn goede ervaringen opgedaan met een dergelijke aanpak.
Bij de uitwerking van de financiële aspecten van deze aanpak gaan we ervanuit dat er sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De ervaringen in het Meinweggebied leren dat, na een investering in een goede inrichting van het gebied, de beheerkosten beperkt zijn. De provincie kan financiële ondersteuning bieden bij het nemen van maatregelen, onder andere via de Subsidieverordening lnrichting Landelijk Gebied. Omdat goede schadepreventie leidt tot minder kosten ten aanzien van schadetegemoetkomingen, hoeft deze aanpak niet noodzakelijk te leiden tot kostenstijging. Het is zinvoller om te investeren in schadepreventie dan in tegemoetkomingen in schade.
Wanneer er op gebiedsniveau sprake is van een goede samenwerking om schade zoveel mogelijk te voorkomen, is het niet redelijk dat agrariërs een behandelbedrag moeten betalen om schade aan landbouwgewassen te laten taxeren en om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen. Binnen deze gebieden zal daarom geen behandelbedrag van toepassing zijn (of het zal worden terugbetaald).
Nieuwe vestigingen van wilde zwijnen in deelgebieden op de westelijke Maasoever, waar de intensieve varkenshouderij geconcentreerd is, zullen worden tegengegaan. Dit gebeurt onder meer door de gecoördineerde inzet van grondgebruikers, jachtaktehouders en wildbeheereenheden. Deze kunnen zorgen voor het doden van de wilde zwijnen, in een vroeg stadium van vestiging. Zonodig kan de provincie daarbij een aanwijzing doen om afschot mogelijk te maken.
De provincie Limburg zal aan de Faunabeheereenheid Limburg verzoeken om een gebiedsgerichte uitwerking van deze aanpak te maken, als onderdeel van het op te stellen faunabeheerplan 2015-2020, dat in het voorjaar van 2015 ter goedkeuring aan het college van Gedeputeerde Staten wordt aangeboden. Ook het financiële aspect behoeft nadere uitwerking.
WZ: 3.2.3 Schademeldingen aan Faunafonds in het jaar 2004-2015 provincie Limburg
Limburg | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
Wild Zwijn totaal | € 7.930 | € 11.214 | € 27.434 | € 96.000 | € 96.010 | € 74.521 | €47.695 | €76.386 | €27.907 | € |
Ontheffingen FF-wet
De aantallen wilde zwijnen worden gereguleerd door afschot, hiervoor is een ontheffing, conform artikel 68 van de Flora- en faunawet nodig, die verleend wordt door de provincies aan de Faunabeheereenheden, die deze weer doorgeven aan de aangesloten Wbe’s en individuele jachthouders.
De vergunninghouder kan de vergunning doorgeven andere jachtaktehouders die de vergunning op hun beurt rechtsgeldig kunnen overdragen aan een andere jachtaktehouder.
In aanvulling op de reguliere bestrijding met een kogelgeweer is gebruik van kunstlicht en ook het gebruik de restlicht kijker mogelijk, hiervoor gelden de voorwaarden zoals vermeld in de ontheffing wild zwijn en de machtiging van de faunabeheereenheid.
Deze voorwaarde wordt als te beperkt ervaren. Het afschot van wilde zwijnen is geen jacht maar een opdracht van de overheid tot het bereiken van een 0-stand. Met deze beperking kunnen de ontheffinggebruikers de gewenste 0-stand niet bereiken.
Extra eisen stellen aan gediplomeerde en/of anderszins ervaren jagers is niet wenselijk en heeft geen wettelijke grondslag.
Neem als ontheffingsvoorwaarde op dat het veiligheidsprotocol “Zekerheid bij drukjachten” strikt opgevolgd dient te worden. Dit vergroot de veiligheid en het draagvlak voor de uitvoering van de ontheffing.